54 onvermogend; de Republiek eveneens; ze oordeelde 't beter ,,te spaeren „ende te mesnageren de kosten, die men soude moeten doen om een „Leger in campagne te brengen, als sich te beswaren met een gedeelte „van dien ende het Leger door defect van 't verdere onbequaem te „maecken ende te houden om in campagne te connen subsisteren off „tegens den vijandt te ageren". Evbehard van Weede, heer van Dijkveld, werd naar Brussel gezonden om met den hertog van Yilla Hebmosa te heraden over de beste wijze waarop de Spaansche Neder landen „konden werden geconserveert sonder een Leger in campagne „te brengen." Zonder leger was alles ondenkbaar. De hertog nam op zich de kosten voor onderhoud van 400 broodwagens ad 40.000 Brabantsche of 42.000 Hollandsche guldens per maandaangezien hij over geld niet kon beschikken, moest een leening worden gesloten. Met den aanne mer Machado kwam een contract voor de 400 broodwagens tot stand. De schrijver van de legerwagens, Jan Olij, ontving commissie van luitenant titulair. Aan den geneeskundigen dienst werd behoorlijk aandacht geschonken; de apotheker Frans van Sevenhuysen moest wederom de vereischte geneesmiddelen bereiden. Een trakte ment van 400 'sjaars werd uitgetrokken voor een fourier van den generalen staf (1). Op 8 April begaf prins Willem zich naar het veldleger hij Rozen- daal. Lodewijk XIY had den veldtocht geopend met het beleg van het aan de Schelde gelegen Condé. Op dringend verzoek van den Spaanschen landvoogd marcheerde het Staatsche leger naar Bergen om zoo moge lijk het verlies van de vesting te voorkomen, doch den dag vóór aan komst op 28 April was Condé reeds gevallen. De koning belastte zijn broeder Filips van Orleans met het beleg van het meer zuidwaarts gelegen Bouchain om in persoon tegen het Staatsche leger op te treden. Bouchain gaf zich na een 10 daagsch beleg over (12 Mei). Koning KarelII van Spanje toonde zijn misnoegen over het verlies der twee belangrijke steden zonder dat men het tot een veldslag had laten komen. Hunne Hoog Mogenden brachten Zijne Majesteit aan 't verstand „seer qualyck „geinformeert van de constitutie van saecken" te zijn: de prins van Oranje toch, was veel vroeger dan in vorige jaren te velde gekomen, maar hij miste de noodige vrijheid van beweging door gebrek aan groen voe der en welvoorziene magazijnen, terwijl bij den vijand een doelmatige magazijnsverpleging alle zorgen buitensloot. Wel had Spanje beloofd 25000 man bij 's Prinsen leger te voegen, maar er verschenen hoogstens 5000 paarden. Ook waren de garnizoensplaatsen zoo zwak bezet ge bleven, dat mede daaraan het verlies viel toe te schrijven. Koning Lodewijk had zijn cavalerie en het grootste deel der infanterie zoo doel matig opgesteld tusschen Bouchain en het bij Valenciennes opgestelde Staatsch- Spaansche leger, dat de Prins en zijn generaals aan geen (1) Res. R. v. St. 5, 19 December 1675, 9 Januari, i, 21, 21 Februari, 13, 17, 18 Maart, 31 December, Seer. Res. S.G. 17, 26 Januari, 11, 18 Februari 1676.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 74