56
compagnieën, meerendeels infanterie, met eenig geschut samenkomen
te 's-Hertogenbosch, als gunstig gelegen voor samenwerking met de
garnizoenen van Breda, Heusden en Gorinchemvan het geschut waren
uit Dordrecht 3 veldstukken van 3 U ijzer toegezonden zonder bijbe-
hoorende lamoenwagens, door welk verzuim ze lang buiten gebruik
bleven. Ernstiger viel te klagen over Friesland en Groningen wat be
treft het later laten afmarscheeren van korpsen op de ontvangen pa
tenten van den prins van Oranje; zij beriepen zich op bijzondere be
palingen in zake de patenten, door hen bedongen bij de keuze van
den kapitein-generaal der Unie. In stede den afmarsch te bezorgen
van het aangewezen Friesche regiment van den erfstadhouder, het
Groningsche van wijlen luitenant-generaal Rabenhaupt, hetwelk
eveneens aan prins Hendrik Casimir was toegewezen, en 2 compag
nieën ruiters, zonden zij compagnieën zonder regimentsverband naar
het Vliegend leger te 's-Hertogenbosch. Ten opzichte van andere pa
tenten voor door den prins van Oranje aangewezen compagnieën bleek
't dat zij niet met de noodige zorgvuldigheid waren opgemaakt, zoodat
nagenoeg een vierde gedeelte moest gewijzigd worden. Keurvorst
Frederik Willem van Brandenburg stelde twee regimenten cava
lerie ter beschikking, die naar Venlo en Roermond werden gezonden.
Tijdens een bespreking te Nijmegen tusschen prins Johan Maurits,
kolonel Kirkpatrik, gouverneur van 's-Hertogenbosch, en gedeputeer
den, vernamen zij van Maarschalk d'EsTRADES, die zich aldaar voor de
vredesonderhandelingen bevond, dat deFransche inval was ondernomen
„bij forme van repressalie, ende nae t'exempel van die vant' garnisoen
„van Hasselt, militie van den Staet die dagelijcx de Dorpen ontrent
„de voorschreve Stadt in brandt waren steeckende ende uyt plunderen-
„de, niet tegenstaende aldaer contributie wierde betaelt". Aan
den kolonel Paul de la Baye, commandeur van Hasselt, werd
namens Hunne Hoog Mogenden verboden om de getroffen overeen
komsten te overtreden. In Juni zond prins Johan Maurits uit Nij
megen 6 compagnieën naar Grave, 3 compagnieën ter bezetting van de
huizen Groesbeek, Heumen, Batenburg, Hernen, Wijchen en Leeuwen,
een compagnie naar St. Andries, en verplaatste hij het „Vliegent Leger"
van 's-Hertogenbosch naar Roermond. De getroffen maatregelen be
lemmerden de Fransche schattingen, waarover de Calvo zich zeer ont
stemd toonde; zijne dreigementen met een tweeden tocht uit Maastricht
om alles „te vier ende te sweerdt met branden ende blaecken op nieuws
„te comen executeren ende 't eenemael in de assche te leggen" konden
alleen verijdeld worden met een nieuwen aanslag onder den prins van
Oranje op Maastricht (1).
(1) Res. S.G. 2 Maart, 13, 15, 18, 21, 23, 24, 27—30 Mei, 2, 4, 8, 9, 12, 15, 16, 18, 30, Juni,
Res. R. v. St. 13 April, 13 Mei, Seer. Res. S.G. 13, 20, 23, 24, 26 Mei, 1, 5 Juni, S.G. Lias loo-
pende dd. 13 Mei 1676.