69 van Mei naderden de Brandenburgers, onder luitenant-generaal Alex ander van Spaen, en Palts-Nieuwburgsche troepen Roermond. Ja cob van Borssele van der Hooge, heer van Geldermalsen (1), door den Prins als gedeputeerde aangewezen, rapporteerde dat de Nieuw- burgsche troepen „gants van geen ammunitie", de Brandenburgers „seer weijnigh daervan versien waeren". De Staten-Generaal voorza gen hen van brood, haver en andere behoeften; zij verklaarden aan vankelijk, dat de geallieerden „haer selffs van ammunitie sullen moeten versien", maar machtigden den Raad van State om het ontbrekende tegen verrekening met de subsidies te verschaffen, zoodra men er nog maals om vroeg. Het verzoek om achttien constapels kon niet worden ingewilligd „naerdermael alle de constapels gerengeert sijn onder de „compagnieën te velde .offte geaffecteert sijn tot de guarnisoenen Op 29 Juni trokken 9000 Munsterschen, gevolgd door 6000 Osnabrüc- kers en 4000 Brunswijkers over de Maas, om zich bij Leeuw (Leau), halverwege Maastricht en Brussel met een Spaansche macht van 6000 man voetvolk en 4000 ruiters te vereenigen. Volgens mededeeling aan de Staten-Generaal door mr. Johan Pesters, oud pensionaris van Maas tricht, koesterde prins Willem, wien hij thans als geheimschrijver was toegevoegd, plan om Maastricht te belegeren of minstens te blokkeeren waartoe een groote macht werd vereischt. De stad moest noodzakelijk weder in het bezit der Republiek komen, waardoor de Franschen be langrijke inkomsten zouden verliezen en uitgebreide streken van hunne contributiën en brandschattingen bevrijd worden. Hunne Hoog Mogen- den lieten de keuze van beleg of blokkade aan Zijn Hoogheid over (2). Het Staatsche leger trok op 17 Juli bij Oudeghem, beneden Dender- monde, over de Schelde „om den vijandt te gaen soecken ende indien „het mogelijck was tot een gevecht te obligeren". Met gelijke bedoe ling was Villa Hermosa met de Spaansche en geallieerde troepen Londersele, tusschen Brussel en Dendermonde, genaderd. In 't laatst der maand vestigde de prins van Oranje het hoofdkwartier te Pol- laere, ten zuiden van Ninove. Luxemburg was intusschen van laatst genoemde plaats over Grammont en Lessines teruggetrokken naar Ath, waar hij zich dermate verdekt opstelde, dat 't wel op schermutse len, maar niet op een geregeld gevecht uitliep. Prins Willem marcheer de nu naar Nivelles en berichtte aan Hunne Hoog Mogenden, dat hij „tot bevorderinge van de gemeene saecke int' generael ende tot con servatie ende behoudenisse vande Spaensche Nederlanden int' parti culier vastgesteldt ende voorgenomen heeft een plaets van sonder- „linge importantie te belegeren": namelijk Charleroi aan de Sambre, op den verbindingsweg van Frankrijk naar Maastricht. Het beleg (1) Zijn broeder Adriaan bevond zich in 1688 in het gevolg van prins Willem III op den tocht naar Engeland. (2) Res. S.G. 20, 24 Maart, 15, 18 Juni, 8, 9, Juli, 2 Augustus, Seer. Res. S.G. 3, 17, 31 Mei, 4 Juni, 13 Juli, Res. R. v. St. 14, 22 Juni 1677, Res. R. v. St. 26 Januari 1678.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 89