78 en parlement eischten dat Karel II den oorlog zou verklaren. Doch de koning achtte den tijd daartoe nog niet gekomen. Hunne Hoog Mogenden vonden een „eerlycke vreede" verkieslijker dan voortzet ting van den oorlog, zelfs wanneer Groot-Brittannië tot den krijg be sloot, hetgeen zij overigens gaarne zagen gebeuren om de Franschen des te eerder tot vrede te doen neigen; voor de verleende hulp zouden zij echter onder geenerlei voorwaarden toestaan „om eenige steden „offte plaetsen van desen Staet in handen van Sijn Majesteit te stel- „len": de geschiedenis van de cautionnaire steden was nog geenszins vergeten. Was de vrede eenmaal gesloten, zoo meenden Hunne Hoog Mogenden dezen te kunnen verzekeren door bezetting door hunne troe pen van een barrière in de Spaansche Nederlanden, tot welk doel zij zelfs bereid waren om een bondgenootschap met Frankrijk te sluiten. (1). Op een uitnoodiging van Karel II vertrok Prins Willem 17 Oc tober van 's Gravenhage naar Engeland, met verlof der Staten. Des prinsen verloving met de op 30 April 1662 geboren protestantsche prin ses Maria, dochter van den hertog van York en van Anna Hijde, gra vin van Clarendon, ging de staatkundige onderhandelingen vooraf. Willem en Mary huwden 14 November en deden een maand later hun intocht te 's Gravenhage, waarbij de op witte paarden gezeten gardes du corps en de gardes Zwitsers aller aandacht trokken (2). H. VREDE MET FRANKRIJK. SLAG BIJ ST. DENIS. Het huwelijk van prins Willem van Oranje met Maria, oudste dochter des hertogs Jacobus van York, wie de kans beschoren was om troonopvolgster van Groot-Britannië te worden, verlevendigde de hoop in de Republiek, dat het eilandenrijk krachtig zou medewer ken tot het bereiken van vrede, waarnaar zoo reikhalzend werd uitge zien. Op 10 Januari 1678 kwam tusschen beide mogendheden een trac- taat tot stand, op den 26sten d.a.v. in enkele artikelen gewijzigd, waarbij men zich verbond den oorlog vereenigd voort te zetten, als Frankrijk geen vrede wilde sluiten. Koning Karel II zou niet gedoogen dat aan den vrede der Pyreneën werd getornd. Onderhandelingen over een tweede tractaat, hetwelk reeds den 27sten December 1674 door Hunne Hoog Mogenden was aangeboden en dat nadere regelingen bevatte: bij een aanval op Groot-Britannië of op de Republiek zou men elkander ondersteunen met 6000 man infanterie en 20 schepen van oorlog, te stellen onder de bevelen van den aangevallene (3), kwamen niet tot eene oplossing. (1) Seer. Res. S.G. 26 Januari, 12 Februari, 13 April, 17, 31 Mei, 5 Augustus, 15 October, Seer. Res. H. 8, 13 October 1677. (2) Seer. Res. S.G. 14—16 October, Res. S.G. 16 October, 7, 11, 13, 17, 20, 23, 24 Novem ber 1677. (3) Seer. Res. S.G. 3, 10, 26—28, 31 Januari, 1, 2, 4, 24 Maart, Res. S.G. 22 Maart, Secr. Res. H. 13 Januari, 11, 12, 25 Februari, 23 Maart 1678.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 93