groote rivieren, waarbij uiteraard veel loonende doelen voor luchtaanvallen werden geboden. Blijkbaar hebben de marschen wel de aandacht van vijandelijke vliegers getrokken. Op de volgende dagen althans hebben eenige aanvallen met mitrailleurs, incidenteel met bommen, plaats gehad, welke echter weinig verliezen hebben veroorzaakt. Zoo werden te Tiel, waar over de Waal een pontonbrug was geslagen, in den middag van n Mei een viertal bommen geworpen op de ter bescherming van deze brug aldaar in stelling staande ii3e Batterij Luchtdoelartillerie. Op 12 Mei, omstreeks 6.00, werd een aanval van een viertal „Messerschmidts" door deze batterij, alsmede andere vuurorganen, afgeslagen. Later op den dag werden te Tiel eenige bommen afgeworpen. Op n Mei werd II-7 R.A. gedurende den marsch en tijdens den overtocht over de Waal over de pontonbrug bij Zennewijnen door vliegtuigen aangevallen. Ook door andere onderdeelen werden luchtaanvallen gemeld. Na aankomst van III L.K. Noord van de Waal, bezette het legerkorps, waarbij Brig. G. werd ingedeeld, den Noordoever van deze rivier. De Waalstelling werd, zonder door den vijand noemenswaard te worden aangevallen, bezet gehouden tot de terugtocht naar het O. front van de Vg.H. werd bevolen. Wel moesten verschillende onderdeelen worden afgestaan ter versterking van onze, in het hart des lands, vechtende troepen, zoo ook aan II L.K. en aan Brig. A. Brig. B. werd samengetrokken in het rayon Amerongen, Wijk bij Duurstede, Beusichem, Zoelmond, Rijswijk, Maurik, Amerongen, waar zij legerreserve werd. Zooals we bij de beschrijving van den strijd op den Grebbeberg nader zullen zien, hebben onderdeelen dezer brigade daarin een actief aandeel gehad. Lt. Div. Ingevolge de op 10 Mei van den O.L.Z. ontvangen bevelen, werd ook voor de Lt. Div. het oorspronkelijk plan, om bij nacht terug te trekken, gewijzigd de divisiecommandant berichtte aan zijn onderdeelen, dat het uur U en de dagD waren 8.30 op 10 Mei 1940. Niet alleen de tijd van afmarsch, doch ook de marschwegen moesten worden gewijzigd, daar het A.H.K. bericht had, dat de Moerdijkbrug, waarover, zooals reeds eerder medegedeeld, het gemotoriseerde gedeelte van de divisie zou terug trekken, in 's vijands handen was gevallen, zoodat van deze brug geen gebruik meer kon worden gemaakt. Hierdoor moesten de marsch wegen van de divisie op het laatste moment worden omgelegd, waardoor de terugtocht veel meer gecompliceerd werd. Voor de Lt. Div. waren nu slechts de bruggen over de Maas bij Keizersveer en Dronge- len beschikbaar, waardoor alle onderdeelen der divisie met hun verschillende marsch- snelheden op slechts twee marschwegen moesten worden samengeperst. Een en ander heeft uiteraard tot veel wrijvingen aanleiding gegeven. Op dien gedenkwaardigen ochtend van 10 Mei werden voor de Lt. Div. niet alleen de aanvangstijd voor den terugtocht en de marschwegen gewijzigd, doch onderging, om de maat vol te maken, ook nog de opdracht wijziging. Omstreeks 10.00, nadat de terugtocht reeds begonnen was, ontving C. Lt. Div. die zich met zijn staf nog te Boxtel bevond van C.-III L.K. namens den O.L.Z. telefonisch de volgende opdracht „Brug bij Moerdijk in Duitsche handen. In verband hiermede zal Lt. Div. niet naar Moerdijk gaan, doch over Keizersveer en Dr ongel en naar Gorinchem en omstreken en 83

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 103