ondervinden, te veroveren. Verder Noordelijk tot Kruiponder toe gingen tusschen 16.00 en 20.00 achtereenvolgens alle onderdeden, welke in de frontlijn stonden, terug, zonder dat daarvan de noodzaak is gebleken. De gevolgen op de meer achterwaarts opgestelde troepen waren demoraliseerend. Om het verloren gegane terrein weer te her overen, werden verschillende tegenstooten uitgevoerd, ten deele op initiatief van de com mandanten in de voorste lijn en ten deele op last van den divisiecommandant, welke onder b. zullen worden besproken (zie schets Nr. X, waarop de toestand op 12 Mei te ongeveer 16.00 is aangegeven). Tot de eerstgenoemde soort behoort de tegenstoot, uitgevoerd door twee groepen en de commandogroep van 3-II-8 R.I., waarbij de commandant en een vaandrig dier compag nie; het geheel staande onder commando van den C-II-8 R.I., die bij den tegenstoot, welke werd uitgevoerd in het linker deel van het vak van 1-8 R.I., sneuvelde (schets Nr. X). Ook de tweede tegenstoot in het middengedeelte van het vak van 1-8 R.I., uitgevoerd door 3-I-8 R.I., welke compagnie de stoplijn bezette, geschiedde op initiatief en op last van den bataljonscommandant. Het bestek van dit werk laat niet toe op de uitvoering dezer tegenstooten, welke niet tot succes voerden, dieper in te gaan. Er zij mede volstaan te vermelden, dat deze tegen stooten, welke niet aan alle commandanten bekend waren, verwarring hebben gesticht, de verdediging min of meer hebben gedesorganiseerd en de stoplijn aan weerszijden van den kunstweg GrebbeRhenen hebben ontbloot. b. Maatregelen getroffen door C.-IV Div., C.-II L.K. en den C.V. Naarmate de berichten betreffende het vallen van de voorposten en het binnendringen in onze stellingen bij de genoemde commandanten bekend werden, zijn door deze verschillende maatregelen genomen en bevelen gegeven (zie schetsen Nrs. X en XI). ie. door C.-IV Div.; a. III-11 R.I. (sterk ix/2 comp. en een sectie zware mitrailleurs), behoorende tot de leger korpsreserve en reeds eerder door C.-II L.K. ter beschikking van C.-IV Div. te Rhenen gesteld, moet de stoplijn op den Grebbeberg bezetten en de troepen aldaar versterken; b. 1-II-19 R.I., versterkt met één sectie van M.C.-II-19 R.I., moet een tegenstoot uit voeren ter herovering van het gevallen complex Heimerstein; c. de rest van II-19 R.I. zal de stelling van de divisiereserve, voorbereid achter de spoorlijn van den Rijn tot kilometerpaal 25, bezetten; d. bevel wordt gegeven om tegen personeel, dat de opstellingen verlaat, met de meeste gestrengheid op te treden en hen zoo noodig ter plaatse te fusilleeren; e. II-xi R.I. van de divisiereserve van II Div. en eveneens ter beschikking van C.-IV Div. gesteld moet een defensieve stelling innemen, Noord van II-19 R.I., in de lijn kilometerpaal 25 aan de spoorlijn tot Zuidoostrand Achterberg; f. 3-4 R.H. op last van den C.V. door C.- Brig. B. ter beschikking van IV Div. gesteld moet in het bosch Oost van Rhenen, tusschen den straatweg en den Rijn, verband zoeken met de infanterie in de stoplijn; zoo deze door vijand bezet is, deze in Oostelijke richting verdrijven; dit zou dus de vierde tegenstoot worden; 92

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 116