Deze stelling was aanvankelijk vóór den oorlog (toen er nog geen inundaties waren)
ontworpen en aangelegd, met een van kp. 25 af naar het Noordwesten omgebogen vleugel.
Zooals we reeds zagen, werd de stelling tot aan kilometerpaal 25 eerst bezet door de
divisiereserve II-19 R.I. (min 1), terwijl zij later, nadat de inundaties waren ingesteld,
door II-11 R.I. moest worden verlengd in Noordoostelijke richting, om zoodoende aan
sluiting te verkrijgen met de stoplijn van III-19 R.I. (Zie blz. 94).
Door allerlei storende omstandigheden en misverstanden en doordat de ondercomman
danten, geheel onbekend in deze terreinen, niet voldoende op de hoogte waren van den
tactischen toestand, is het stellinggedeelte in Noordoostelijke richting op 12 Mei slechts
zwak en onregelmatig bezet geweest met onvoldoende aanleuning met III-19 R.I.
Behalve II-19 R.I. bevonden zich in de
stelling ook reeds teruggetrokken deelen van
I-24 R.I., Hl-u R.I. en van 8 R.I.
In den avond van 12 Mei tegen het vallen
der duisternis, werd de bezetting nog ver
sterkt met I-46 R.I. (min mitrailleurcom
pagnie), welk bataljon door C.-Brig. A. ter
versterking was gezonden. C.-II-19 R.I., die
in de stelling het bevel voerde, gaf aan het
nieuw aangekomen bataljon niet een bepaald
deel der stelling te verdedigen, doch ver
deelde de compagnieën van het bataljon over
de geheele stelling, waardoor een vermenging
van de verbanden ontstond.
In den vroegen ochtend van 13 Mei bezette
ook 4 R.H., toen hoofdzakelijk bestaande uit
vier eskadrons, de stelling aan de spoorbaan
de commandant van dit regiment voerde
thans het bevel over de geheele stelling en
kreeg derhalve wel een conglomeraat van
dooreengemengde verbanden onder zijn
bevelen. In de duisternis lukte het hem niet
Archief: Moorman's Periodieke Pers, N.V. Den Haag. een vol doend Overzicht OVer de bezetting der
Open opstelling voor één of twee geweerschutters stelling te verkrijgen en de verdediging
in de stoplijn op den Grebbeberg. eenigszins te organiseeren.
5. GEBEURTENISSEN OP 13 MEI I94O (ZIE SCHETSEN NRS. XII EN XIIl).
a. Verdediging van de stoplijn.
Alhoewel, zooals we gezien hebben, op 12 Mei en ook in den nacht van 12/13 Mei
de hoofdweerstandsstrook door het opdringen van den vijand steeds meer afbrokkelde en
deze zelfs op een enkel punt was doorboord, hielden toch verschillende af deelingen in de
stoplijn hun opstellingen nog hardnekkig vast.
De nacht was volgens verschillende verklaringen, vooral door het aanhoudend vijande
lijk artillerievuur, voor de oververmoeide, deels door honger gekwelde, troepen, verschrik-
96