onderscheidene onderdeelen opgemaakte gevechtsberichten niet geheel volledig en geven
zij geen overzichtelijk beeld omtrent het verloop der gebeurtenissen. Alle gegevens wijzen
er op, dat in den morgen reeds verschillende onderdeelen teruggingen, hetgeen in den
middag toenam. Hoe het zij, de troepen, die onder bevel van C.-4 R.H. de stelling aan de
spoorbaan moesten verdedigen, zijn zonder veel weerstand te bieden teruggetrokken.
c. De tegenaanval.
Wenden wij thans onze blikken meer Noordwaarts van den Grebbeberg, waar op 13 Mei
een groote tegenaanval zou plaats vinden.
Het bezetten van de spoorbaan vormde een onderdeel van het algemeen plan van den
legerkorpscommandant, namelijk om aan de spoorbaan tot kilometerpaal 25 en vandaar
naar Achterberg, aansluitende aan de stoplijn van 19 R.L, den vijand af te grendelen en
tot staan te brengen. De afgrendeling verder Oostwaarts werd verkregen door frontver
andering van III-19 R.I. Daarna kon door deze grendelstelling heen met de nieuw aange
trokken troepen een tegenaanval worden ingezet.
De geheele actie, zoowel het vormen van de afgrendeling, als het doen van den tegenaan
val, was opgedragen aan C.-IV Div. In de commandopost van dien divisiecommandant,
waar de te kleine divisiestaf sedert 10 Mei onafgebroken in actie was en waar, als gevolg
van elkaar met groote snelheid opvolgende, deprimeerende, gebeurtenissen, een gedrukte
stemming heerschte, moest in den nacht van 12 op 13 Mei onder groote hoogspanning
worden gewerkt, teneinde de afgrendeling en den tegenaanval uit te werken, de verschil
lende acties te coördineeren en aan de, gedeeltelijk nog in opmarsch zijnde, onderdeelen
de noodige bevelen te geven. Op de^e commandopost speelde een kapitein van den
Generalen Staf van het H.K.V., door den C.V. als inlichtingsofficier naar II L.K. gezonden,
een belangrijke rol, waardoor binnen korten tijd de noodige bevelen, om de actie op gang
te brengen, konden uitgaan.
Zeer in het kort was het plan (zie de schetsen Nrs. VIII en XIII): Afgrendeling aan de
spoorbaan tusschen den Rijn en kilometerpaal 25 (Wachthuis 26) en vandaar in Noord
oostelijke richting naar de oorspronkelijke stoplijn van 19 R.I., Oost van Achterberg.
Tegenaanval met 2 vóórbataljons (I en III-29 R.I.) en 2 bataljons als reserve hierachter
(I-20 R.I. en II-24 R.I.) bij het aanbreken van den dag (13 Mei), Oost van de spoorlijn,
met as van beweging een lijn ongeveer 800 m ten Oosten en evenwijdig aan het gedeelte
spoorbaan Noord van Wachthuis 26.
Achtereenvolgens te bereiken lijnen:
ic. doellijn, een lijn van pl. 24,7 aan de spoorbaan loodrecht op de aanvalsrichting.
2e. de frontlijn van den Rijn tot „Kruiponder".
Geen inleidende beschieting, noch rechtstreeksche steun door de aangewezen artillerie,
te weten deelen van 8 R.A. en 4 R.A.
Wel krachtige vuurconcentraties op het aanvalsuur op: „Kruiponder", een complex
Zuidwest van „Kruiponder", Heimerstein en het voorm. Hoornwerk.
Door vele vertragingen, ontstaan bij het opmarcheeren der troepen gedurende den nacht
met voetmarschen en autovervoer langs overvolle wegen en het gereedstellen in onbekende
onoverzichtelijke terreinen, konden de voor den tegenaanval opgemarcheerde troepen
eerst tegen 7.00 's morgens inplaats van het oorspronkelijk vastgestelde aanvalsuur
98