4.30 uit de uitgangsstelling breken1). Deze troepen, vier bataljons infanterie, behoorende
tot drie verschillende regimenten, waren voor den tegenaanval in geenendeele geschikt.
De manschappen van II-24 R.I. en de beide bataljons van 29 R.I., behoorende tot de
oudste lichtingen, waren voor het aanvallend gevecht onvoldoende geoefend en bewapend.
Om verschillende redenen werd in het aanvalsplan van rechtstreeksche artillerieondersteu
ning afgezien, terwijl de troepen tegen vijandelijke vliegtuigen geheel weerloos waren.
Bovendien waren deze onderdeelen, door hun verrichtingen op de vorige dagen zij
kwamen uit het land van Maas en Waal en door gebrek aan nachtrust, zeer vermoeid.
Andere troepen om den tegenaanval uit te voeren waren echter niet tijdig beschikbaar,
zoodat er geroeid moest worden met de riemen die men had.
Gedurende eenige uren vorderde de aanval, zoodat te ongeveer 12.00 de eerste doellijn
door de voorbataljons was bereikt (zie schets Nr. XIII, aangevende den toestand op 13 Mei
te 12.00).
Hierna nam de artillerie de aanvallende troepen onder vuur, dat met groote nauwkeu
righeid kon worden afgegeven, aangezien dit deel van het aanvalsterrein van 's vijands
zijde uit goed was in te zien. Voorts vonden herhaalde aanvallen van vliegtuigen plaats.
Te ongeveer 13.00 weken de compagnieën van het rechter vóórbataljon, als gevolg
van het goed gerichte artillerievuur en van een hevigen aanval van duikbommenwerpers,
terug, hetwelk is ontaard in een ordelooze vlucht in Noordwestelijke richting.
Hiermede werd een deel van de stellingtroepen van III-19 R.I. medegezogen, terwijl
ook deelen van II-11 R.I. eveneens zijn gevlucht, nadat reeds in den nacht verschillende
manschappen van dit onderdeel waren teruggegaan. Het gelukte aanvankelijk den troep
nog weer een korten tijd tot staan te brengen en te doen stelling nemen, doch slechts tijde
lijk. Spoedig week ook het linker vóórbataljon. De beide vóórbataljons zogen ook de twee
reservebataljons mede. Het schijnt, dat de sterke Duitsche vliegeraanvallen, te ongeveer
13.00 ingezet, waartegen onze aanvallende troepen nagenoeg geen verdedigingsmiddelen
hadden, de laatste aanvalskracht van de doodvermoeide troepen hebben gebroken.
Niettegenstaande C.- 29 R.I., die de aanvalstroepen commandeerde, herhaaldelijk heeft
getracht, daarin bijgestaan door enkele officieren, de troepen weer te doen stelling nemen
en opnieuw ten aanval te leiden, is zulks onmogelijk gebleken en zijn de bataljons tenslotte
in min of meer chaotischen toestand in Westelijke richting teruggetrokken.
Eenige officieren trachtten zoo goed en zoo kwaad zulks ging haastig een nieuwen
weerstand te organiseeren in de lijn EistVeenendaal. Alvorens zij daarin waren geslaagd,
kwam het bevel van den C.V. voor den terugtocht naar het O. front van de Vg. H., voor
welker uitvoering, voor wat IV Div. betrof, niet anders dan zeer eenvoudige aan
wijzingen konden worden gegeven.
In het vorenstaande is, in verband met de geboden beknoptheid van het overzicht, geen
vermelding van de artillerie gemaakt. Uiteraard heeft ook het zware wapen een werkzaam
aandeel in den strijd genomen, ofschoon zijn werkzaamheden, vooral in het verdedigings
vak van IV Div. op den Grebbeberg, door verschillende oorzaken zeer werden geremd.
De voornaamste daarvan waren de door het vijandelijk artillerievuur vernielde verbindingen
Van deze tijdsverandering was de artillerie niet op de hoogte gesteld, zoodat het artillerievuur
niet op het gewenschte tijdstip werd afgegeven.
99