In het najaar van 1939 en in het voorjaar van 1940, waren met onderbreking, ver
oorzaakt door de vorstperiode op en achter den Noordelijken dijk van het Hollandsch
Diep een aantal uit hout en aarde vervaardigde gevechtsopstellingen gemaakt, met daarbij
behoorende betonschuilplaatsen.
Bij den bouw van dit verdedigingsstelsel was uitgegaan van de verdediging van het
Z. front door een versterkte veiligheidsbezetting van vier bataljons infanterie.
Ket aantal op deze sterkte gebaseerde gevechtsopstellingen was echter onvoldoende
voor de bezetting, zooals deze in April 1940 werd samengesteld en moest derhalve worden
aangevuld, terwijl de stellingen voor de nieuw aangekomen artillerie nog geheel moesten
worden gebouwd.
Met de uitvoering der werkzaamheden kon echter nog niet direct worden begonnen,
omdat de noodige gelden nog moesten worden toegestaan. Hierdoor ging helaas veel
kostbare tijd verloren.
Eerst eenige dagen vóór 10 Mei kon, na den aanvoer van centraal bewerkte onderdeelen,
een aanvang worden gemaakt met de werkzaamheden, welke door den troep konden worden
uitgevoerd.
Op den Brabantschen wal waren de bruggenhoofdstellingen rond Willemstad en Moer
dijk op 10 Mei 1940 in hoofdzaak voltooid. Voorbereidingen waren getroffen om het ver
dedigend vermogen van deze bruggenhoofden door inundatiën te verhoogen. Voorts lag
het in de bedoeling van C.Vg.H., de veiligheidsbezetting in deze bruggenhoofdstellingen,
in geval van agressie uit het Oosten, te doen aflossen door resp. 3 G.B. en 6 G.B., zoodra
deze bataljons, welke met de grensbeveiliging der Nederlandsch-Belgische grens waren
belast, ter beschikking zouden komen.
d. Paraatheid.
In instructies waren de maatregelen vastgelegd, welke in geval van een nader te gelasten
strijdvaardigheid moesten worden getroffen. Tot deze maatregelen behoorden o.m. het
uitreiken en het innemen van de munitie. In verband met inspectierapporten en de toe
stand van de munitie bij den troep, waren de patronen, met uitzondering van die, behoorende
tot de uitrusting van onderdeelen opgesteld aan de kust, strategische detachementen enz.,
in geval van normale graad van strijdvaardigheid onderdeelsgewijze verzameld en op
geborgen. Tenzij anders bevolen was de strijdvaardigheid normaal, hetgeen inhield, dat,
afgezien van de steeds te verrichten bewakingsdiensten, geen bijzondere voorzorgsmaat
regelen behoefden te worden getroffen. In dezen toestand van gevechtsvaardigheid ver
keerde de bezetting van het Z. front in den nacht van 9/10 Mei; zooals op blz. 29
is aangegeven, heeft C.Vg.H. het op 9 Mei door den O.L.Z. uitgezonden bericht, inzake
bijzondere attentie, waarschijnlijk niet ontvangen. Wel waren sinds 8 Mei op last van
C.Vg.H. dagelijks gedurende de vroege morgenuren zware mitrailleurs in stelling gebracht
om het landen van vreemde vliegtuigen op den betonweg MoerdijkDordrecht tegen
te gaan, terwijl gedurende deze uren te Maasdam tevens een met zware mitrailleurs ver
sterkte tirailleurcompagnie werd gereed gehouden, om tegen dergelijke ondernemingen
te worden ingezet. Na ontvangst van het telexbericht van den O.L.Z. in den vooravond
van 9 Mei, waarbij buitengewone verloven wederom konden worden verleend, werd de
munitie helaas weer ingenomen, hetgeen uiteraard nadeelige gevolgen heeft gehad.
Onafhankelijk van de mate van gevechtsvaardigheid werden de bruggen Willemsdorp
108