Moerdijk op den grond en te water doorloopend bewaakt. Bij beide bruggen waren de ladingen sinds geruimen tijd geplaatst; om de op de blzn. 28 en 29 vermelde redenen waren de ontstekingsmiddelen echter nog niet aangebracht. De kazematten bij en ter weerszijden van de bruggen waren doorloopend bezet met piketten, waardoor op elk gewild oogenblik afsluitingsvuren op de bruggen konden worden afgegeven. Voor de inundatiën rondom Willemstad en Moerdijk was sedert 9 April 1940 de IIIe Periode bevolen, hetgeen zeggen wil, dat de polderslooten tot het voorbereidingspeil waren gevuld. Met het eigenlijke inundeeren waren dan nog eenige dagen gemoeid. 2. De overval. a. Algemeen. Op 10 Mei verschenen bij het aanbreken van den dag sterke Duitsche luchtstrij dkrachten boven IJsselmonde en het Eiland van Dordrecht. Na het uitvoeren van bombardementen op Waalhaven, Noord en Zuid van de bruggen bij Willemsdorp, werden valschermjagers afgezet te Waalhaven, Zuid van Dordrecht, nabij Zwijndrecht, Noord van Willemsdorp en Oost van Moerdijk. De afgeworpen valschermjagers behoorden tot de 7e „Fliegerdivision" (General-Leutnant K. Student), welke bestond uit 5 bataljons, elk bestaande uit vier gelijkwaardige compagnieën. Drie dezer bataljons waren in regimentsverband vereenigd („Fallschirm-Jager Regiment 1", onder bevel van Oberst Brauer), de beide overige bataljons waren bestemd voor een nog samen te stellen tweede regiment. Van het ie Regiment Valschermjagers (Reg. Val.) sprongen af: 1/2 II-1 Reg. Val. Oost van Moerdijk, 1/2 II-x Reg. Val. Noord van Willemsdorp, St., I-i Reg. Val. (min 3e Compagnie) ter hoogte van den Zuidendijk en van de Tweede Tol, 3-I-1 Reg. Val. Zuid van Dordrecht en nabij Zwijndrecht, III-r Reg. Val. grootendeels nabij het vliegpark Waalhaven. Voorts landden op het vliegpark Waalhaven per vliegtuig General- Leutnant Student, de staf van de 7s „Fliegerdivision", benevens bataljons luchtlandings troepen, o.a. III-16 R.I., onder bevel van Oberst-Leutnant D. von Choltitz, en een bataljon van 72 R.I., pantserafweergeschut, artillerie en een batterij 2 tl. Eveneens is per vliegtuig geland II-2 Reg. Val. (min 6e Compagnie). Eenige op Waalhaven gelande onderdeelen werden naar Barendrecht verplaatst als reserve. General-Leutnant Student vestigde zijn commandopost te Rijsoord. In den morgen van den iocn Mei was het doel van deze luchtactie, dat in hoofdstuk II reeds is uiteengezet, voor de commandanten der door den overval getroffen troepen uiter aard niet te onderkennen. Door het Duitsche meesterschap in de lucht en het verbreken van verbindingen, was het, ondanks en veelal tengevolge van de van tallooze zijden inkomende meldingen, niet mogelijk een duidelijk inzicht in den toestand te verkrijgen. Een groot deel van deze meldingen toch bleek bij nader onderzoek niet juist te zijn; zij berustten veelal op gezichtsbedrog, of op fantasie, of waren, naar moet worden aange nomen, van misleidenden aard. b. De overval Zuid van de bruggen over het Hollandsch Diep zie schets Nr. XVI). Onverwijld na de verschijning van Duitsche vliegtuigen (omstreeks 4.00) opende de 19° Batterij luchtdoelartillerie het vuur, weldra daarin gesteund door het 82e en 83° Peloton luchtdoelmitrailleurs. Door bomaanvallen, vuur uit vliegtuigen en het uitvallen van materi- 109

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 133