evenwel zonder resultaat, beschoten. Kort na hun verschijning sprongen in de nabijheid der stellingen van I-17 R.A. en de daarbij gelegen kwartieren van 1-I-28 R.I. valscherm- jagers af. Een gedeelte van de batterij bezettingen werd omsingeld in de kwartieren, een ander gedeelte kon nog worden verzameld en bood weerstand tot munitiegebrek dwong den strijd te staken. De Zuid van 1-17 R.A. gelegerde sectiën van 1-I-28 R.I. werden eveneens overweldigd. De commandant der politietroepen te Willemsdorp had onverwijld de piketten in de kazematten Willemsdorp I en II met de reserves versterkt en opdracht gegeven de slagsnoerleidingen aan te brengen, teneinde de bruggen te doen springen. Deze opdracht kon echter niet meer worden uitgevoerd, daar valschermjagers uit de richting Moerdijk over de bruggen waren doorgedrongen, aan wie door vuur uit de kazematten evenwel ernstige verliezen werden toegebracht. Intusschen had de commandant te Willemsdorp het daar aanwezige personeel stelling doen nemen langs den nieuwen verkeersweg ter hoogte van den Tunnel en vandaar het vuur doen openen op de uit het Oosten naderende valschermjagers. Uit deze richting en ook langs de verkeersweg rukten echter steeds meer valschermjagers op, te voet, op rijwielen, in autobussen en enkele zelfs op losse paarden. Het gelukte dezen valschermjagers den weerstand bij den Tunnel te breken. Personeel van het Vrijwillig landstormkorps vaartuigendienst, detachement „Hollandsch Diep", had inmiddels in de omgeving van het restaurant „Waterloo" mitrailleurs in stelling gebracht en daarmede het vuur geopend op een Duitschen stoottroep, welke de kazemat Willemsdorp II in den rug naderde. Het hier en eveneens door het 84° Peloton luchtdoel mitrailleurs geboden verzet werd gestaakt, toen valschermjagers bij de nadering van de stellingen Nederlandsche krijgsgevangenen voor zich uitdreven. De bezettingen van de kazematten Willemsdorp I en II werden nu in den rug aan gevallen, waar zij geen verdedigingsmogelijkheden bezaten. De bezetting van Willemsdorp I werd hieruit door handgranaten verdreven. Na afgewezen sommatie tot overgave, werd de kazemat Willemsdorp II ingeneveld; de kazematbediening zette evenwel, na inschakeling van de verlichtingsbatterij, het vuur op de brug met indirecte richting voort. Nogmaals werd de bediening gesommeerd zich over te geven, aan welken eisch wederom geen gevolg werd gegeven. Daarna werden sommige luchtaanvoerbuizen van buiten af dichtgestopt, terwijl de stalen toegangsdeur tot de kazemat met springmiddelen werd geforceerd. Door een binnengeworpen handgranaat kon het, reeds door vijandelijk vuur beschadigde, kanon bezwaarlijk meer worden bediend. Mede omdat ruim 1200 kg springstoffen in de kazemat waren opgelegd, gaf de commandant, toen wederom werd gedreigd de kazemat te zullen doen springen, den weerstand op. Bij de gevangenneming mocht de met het commando belaste sergeant-majoor van de politietroepen, als erkenning voor- zijn dapper gedrag, zijn klewang behouden. Na de daarop gevolgde bezettingvan de mitrailleur kazematten in het Noordelij klandhoofd van de verkeersbrug, was het verzet onmiddellijk benoorden de bruggen bij Willemsdorp gebroken. Evenals in het bruggenhoofd Moerdijk, ondervond ook benoorden de rivier het personeel den grooten moreelen invloed van den luchtoverval, welke uiteraard bij onze troepen een paniek veroorzaakte. Dat ten Noorden van het Hollandsch Diep, te Willems dorp, nog eenigen tijd tegenstand werd geboden, zal wel voor een groot deel moeten worden toegeschreven aan het feit, dat de hier gelegerde troepen niet rechtstreeks door de valschermjagers werden overvallen en tijd hebben gehad zich van den schrik te herstellen. in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 135