d. De overval op het overige gedeelte van het Eiland van Dordrecht en de omgeving van Dordrecht zie schets Nr. XVII). Van de ter sterkte van een bataljon (I-i Reg. Val.) afgezette valschermjagers waren drie compagnieën, zoomede de Reg.Staf, omstreeks 5.00 afgesprongen nabij den Zuidendijk en Tweede Tol in het stellingterrein van III-14 R.A. Een compagnie (3-I-1 Reg.Val.) sprong af Zuid van Dordrecht en nabij Zwijndrecht en had opdracht de bruggen tusschen beide plaatsen te bezetten. De bij den Zuidendijk afgesprongen valschermjagers maakten, na daaruit de posten te hebben verdreven, zich onmiddellijk meester van de batterij stellingen van III-14 R.A. Het te Dubbeldam gelegerde personeel van deze afdeeling, bewapend met karabijnen en eenige lichte mitrailleurs, werd zeer kort daarna door den energieken commandant voor een tegenstoot ingezet. Met verlies van zes officieren en zeventien onderofficieren en man schappen strandde deze aanval echter in het overmachtige automatische vuur van de valschermjagers. De bezetting trok daarop terug op den dijk Wieldrecht—Kop van 't Land. Bij haar sloot zich aan versterkt 3-I-28 R.I. Deze compagnie was ingevolge opdracht C.-Vak Wieldrecht, wiens commandopost te Amstelwijck was gevestigd, langs den Zuiden dijk opgerukt om deze te verdedigen; haar opmarsch werd evenwel door vijandelijk vuur tot staan gebracht. Onafhankelijk van den door C.- III-14 R.A. ingezetten tegenstoot, had C.-2-I-28 R.I., eveneens op eigen initiatief, getracht het stellingterrein van III-14 R.A. te heroveren, doch ook deze poging had geen succes. Toen de commandant van de hier bedoelde valschermjagers (C.- 1 Reg. Val.) bericht kreeg, dat de compagnie, welke bij de bruggen van Dordrecht was afgesprongen, nagenoeg was uitgeschakeld, zette hij I-i Reg. Val. in marsch naar de bruggen. Bij Amstelwijck, waar eveneens de commandopost van de Artilleriegroep was gevestigd en waarheen ook de staf van I-17 R.A. zich had begeven, ondervonden deze valschermjagers nog eenigen tegenstand. Op een door C.-Vak Wieldrecht aan C.- Groep Kil gedaan verzoek om steun, gaf laatst genoemde aan 2-III-34 R.I., te Maasdam in reserve gehouden, opdracht naar Amstelwijck op te rukken (zie schets Nr. XV). Daar aangekomen begaf deze compagnie, welke door verschillende omstandigheden slechts -!- 70 man sterk was, zich naar Gravenstein, waar zij door valschermjagers buiten gevecht werd gesteld en gevangen genomen. Nadat deze poging, om de onmiddellijke omgeving van Amstelwijck van vijanden te zuiveren, had gefaald, werd deze commandopost door uit het Zuiden en Oosten oprukkende valschermjagers, ter sterkte van drie compagnieën, aangevallen en overweldigd. Van het 70 man sterke personeel der aldaar gevestigde staven sneuvelden of werden doodelijk gewond 12 officieren, onderofficieren en manschappen, terwijl het aantal licht gewonden ruim 20 bedroeg. Nagenoeg gelij ktij dig vielen andere af deelingen valschermjagers de I4e Compagnie pioniers, gelegerd nabij het complex Zeehaven, aan. Van deze compagnie was reeds een sectie tegen valschermjagers ingezet. Hoewel misleid door de middelen het zwaaien met witte vlaggen waarvan de vijand zich bediende om tot op korten afstand te kunnen naderen, gaf de commandant zich, na weinig of geen strijd, met de onder zijn bevel staande troepen over. Na de verovering van Amstelwijck en het kazernement van de 14'' Compagnie pioniers, hadden de ten Zuiden van Zuidendijk gelande valschermjagers zich een weg gebaand naar de bruggen tusschen Dordrecht en Zwijndrecht, waar zij zich in den middag konden vereenigen met de daar nog aanwezige valschermjagers van 3-I-1 Reg.Val. 112

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 136