Bij 111-2 R.W. en 1-2 R.W. was de toestand weinig veranderd. Beide bataljons hadden, na te i 10.00 de opgegeven doellijnkunstweg Wiel drechtKop van 't Land te hebben bereikt, volgens de bevelen van C.-hoofdgroep de voorwaartsche beweging gestaakt, in afwachting van het op gelijke hoogte komen van den Westelijken vleugel. 1-2 R.W. had nog steeds 'geen vijand tegenover zich, terwijl III-2 R.W. onkundig bleef van het feit, dat Duitsche troepen, zooals later bleek ter sterkte van een a twee bataljons, in den rug van dit bataljon en den Zuidrand van Dordrecht waren doorgedrongen. Inmiddels had in den namiddag van 12 Mei C.-Lt.Div., ingevolge opdracht van C. Vg.H., zelf de leiding der operaties op het Eiland van Dordrecht in handen genomen. Hij droeg C.-hoofdgroep op, den aanval op den Oostelijken vleugel, waar geen weerstand was onder vonden, krachtig door te zetten. De aanval, waarbij 4-II-K.R.A. als begeleidende artillerie werd ingezet, had succes en het kruispunt Zeedijk en Schenkeldijk werd door den vijand ontruimd (zie schets Nr. XXI). Opgerukte onderdeden van III-2 R.W., welk batal jon o.m. was versterkt met 2-I-2 R.W., geraakten echter onder een hevig vijandelijk artillerievuur, dat op genoemd kruispunt werd afgegeven; zij trokken daarop weer naar de uitgangsstelling terug. Nagenoeg gelijktijdig werd aan C.-Lt.Div. met zekerheid bekend, dat een Duitsche pantserdivisie in aantocht was en de eerste pantserwagens reeds de Moer dij kbrug waren gepasseerd (omstreeks 17.00). Inmiddels waren de Duitschers benoorden de spoorbaan DordrechtSliedrecht in de Zuidoost-rand van de stad doorgedrongen, waardoor de Oostelijke vleugel van de stelling langs de spoorbaan dreigde te worden omvat. In onderling overleg besloten de comman danten van II-1 R.W. en II-2 R.W., na het invallen van de duisternis, terug te gaan op de binnenstad, welke eenerzijds is omgeven door de Oude Maas en anderzijds door een reeks havens. De bruggen werden opengedraaid, opgehaald of gebarricadeerd en bij elk dezer bruggen een detachement wielrijders met een stuk pantserafweergeschut geplaatst. Bij den terugtocht naar de binnenstad sloot het gros van de onderdeden van het kanton- nement Dordrecht zich aan. Ook de aanval van de hoofdgroep op het Eiland van Dordrecht heeft geen resultaten opgeleverd, hoewel er goede kansen tot het verkrijgen van succes aanwezig waren. Een en ander moet o.m. worden toegeschreven aan: het inzetten van twee der vier bataljons en de geheele artillerie tot zuivering van Dordrecht en de onmiddellijke omgeving, instede van met het gros tusschen Dord recht en de Nieuwe Merwede op te rukken, vervolgens het bruggenhoofd tegenover Zwijndrecht omvattend aan te vallen en de verbinding met de Groep Kil te herstellen, dan wel met het gros door te stooten naar Willemsdorp, om daar den toegang tot het eiland af te sluiten; het schematisch oprukken van de hoofdgroep van lijn tot lijn, waarbij twee bataljons op den linkervleugel, sinds i io.co werkeloos ter plaatse bleven; het onttrekken van onderdeden aan een bataljon op den linkervleugel (1-2 R.W.), dat geen weerstand ondervond, teneinde deze in te zetten op plaatsen, waar vijande lijke tegenstand werd geboden. 123

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 147