kleeding had vuur gevat, niettemin op zijn post, tot, tijdens het laden van het derde schot,
de vuurmond recht in den loop werd getroffen. Hiermede was dit stuk, waarvan de helft
der bediening was gesneuveld, tot zwijgen gebracht. Het eveneens in de Vriesestraat
opgestelde stuk pantserafweergeschut kon in verband met zijn schootsrichting eerst op het
laatste moment ingrijpen. De bediening van dit stuk, welke ook ernstige verliezen had
geleden, moest na een kortstondig vuur terugtrekken, daar zij uit één der omliggende
huizen werd gemi
trailleerd. De pant
serwagens konden
nu over de brug
rijden en op het
Bagijnhof doordrin
gen. Zij werden
echter daar opge
vangen door een
meer achterwaarts
opgesteld stuk pant
serafweergeschut,
dat tot taak had de
strijdende troepen
in den rug tegen een
pantserwagenaanval
te beschermen.
Dank zij het kracht-
van den strijd. den vaandrig-sectie
commandant, werd,
nog tijdens de nadering van de pantserwagens op het Bagijnhof, het stuk 180° van
front veranderd. Deze sectiecommandant opende daarna persoonlijk het vuur, waardoor
twee pantserwagens in korten tijd werden getroffen en buiten gevecht werden gesteld.
Tengevolge van deze verliezen kwam de aanval tot staan, waarna de pantserwagens
blijkbaar over de Vriesebrug de stad uitreden.
Het moreel van de troepen in Dordrecht had door de pantserwagenaanvallen, waarvan
herhaling viel te vreezen, aanmerkelijk geleden. Niettemin werd de verdediging opnieuw
georganiseerd. Verschillende naar de binnenstad voerende straten werden opnieuw ver
sperd. De commandant van het kantonnement Dordrecht, die tijdens het in de Vriese
straat gehouden duel tusschen het kanon van 7 veld en de Duitsche pantserwagens te
kennen had gegeven, dat de betrokken voertuigen Fransche pantserwagens waren, kon
ook nu nog niet in de aanwezigheid van Duitsche pantserwagens gelooven. Hij gaf bevel
doorgangen te laten ten behoeve van het verkeer van de eigen voertuigen. Het reeds sterke
wantrouwen tegen den kantonnementscommandant kreeg hierdoor nieuw voedsel, zoodat
de bataljonscommandanten der wielrijders met hun officieren besloten, bevelen van
den kantonnementscommandant niet meer op te volgen.
Intusschen was het besluit genomen Dordrecht te ontruimen. Nadat aan C.-Lt.Div.
het lot van de Oostelijke gevechtsgroep bekend was geworden, achtte deze commandant
De vuurmond van 3-II-K.R.A. in de Vriesestraat te Dordrecht, na afloop dadig ingrijpen van
126