Oostelijken vleugel een wacht van het Mobiele Vendel van de Rotterdamsche Burgerwacht. Van groot belang was, dat reeds vroeg in den morgen het „Witte Huis", dat het vijandelijk bruggenhoofd domineerde en vanwaar uit de bruggen onder werkzaam infanterievuur konden worden genomen, door onze troepen kon worden bezet. Het geheel dus wel een allegaartje van troepen, waarbij van eenheid in bevelvoering, bewapening en gevechts- waarde geen sprake was. Tusschen deze troepen in was de 2° Batterij van de I(' afdeeling van het io° Regiment artillerie geplaatst, verdeeld in twee sectiën a twee stukken 10 veld, welke vuur heeft afgegeven op het vliegpark Waalhaven, doch helaas niet op het Noorder eiland heeft gevuurd. Op 12 Mei werd 2-I-10 R.A. verplaatst naar de „Kralingsche Plas". Behalve de rivieroever werden echter ook belangrijke punten in de stad door onze troepen bezet, zooals het Beursstation, het station Delftsche Poort en het station Hofplein, het Stad huis, het Postkantoor, en het Hoofdbureau van Politie. Voorts het kantonnementsbureau op de Veemarkt, waar de bureau's van den kantonnementscommandant Rotterdam, die tevens com mandant van hét Depot genietroe pen was, en van de drie bataljonscom mandanten van dit depot, waren ge vestigd. Later werd de commandopost van den Comman dant der Maritie me Middelen hier ook gevestigd en het geheel bewaakt door een detache ment uit de nog niet ingezette troe pen. Ook werden op dezen eersten oor logsdag tegen het vijandelijke bruggenhoofd reeds offensieve acties ingezet. Ingevolge een verzoek van den kantonnementscommandant aan den commandant der Maritieme Middelen, die niet onder de bevelen van eerstgenoemde stond, kreeg omstreeks 9.30 een compagnie, bestaande uit twee secties mariniers en één sectie van het Marine depot, opdracht, het stadsgedeelte tusschen Leuvehaven, Blaak en viaduct van vijanden te zuiveren. Inmiddels had een luitenant van de 20 Compagnie van het III0 Bataljon van het Depot genietroepen (Dep. G.Tr.) bij wie zich een luitenant der mariniers had aangesloten, het initiatief genomen, met een stoottroep van tien man den vijand van de Boompjes te verdrij ven. Hij wist met bootjes de Scheepmakershaven over te steken en over de daken der huizen de Boompjes te bereiken. Alhier werkte de stoottroep samen met een patrouille onder commando van een luitenant van i-II-Dep. G.Tr. Daar van het Noordereiland en den oprit 136 Gezicht op de Scheepmakershaven, welke door de onderdeelen, belast met de herovering van de Boompjes, met bootjes werd overgestoken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 160