getoont wordt, noodzakt mij indien Uwe weerstand niet onmiddelik gestakt wordt, die doelmatige maatregelen te nemen. Dit kan de volledige vernieling van het stad ten gevolge hebben. Ik verzoek U als een man die verantwordingsgevoel bezit, daarop aan te dringen, dat het stad niet dit zware verlies lij den moet. Als teeken van overeenstemming verzoek ik U dadelijk een parlementaire te sturen, welkè die noodige vollmacht bezit. Indien ik binnen twee uuren na de overhandiging van deze mededeeling keen antwoord ontvang, ben ik genoodzakt die scherpste maatregelen van vernieling te nemen. De Kommandant van de Duitsche troepen. De kantonnementscommandant trad omtrent het te geven antwoord in verbinding met den O.L.Z. In het verslag van den chef van den staf van de Afdeeling Landmacht van het A.H.K. is daaromtrent het volgende opgenomen: „Opnieuw wordt de ernstige maar nog niet hopelooze toestand van alle zijden bezien1), als gelijk een donderslag te 10.35 het bericht binnenkomt, dat van Duitsche zijde aan den garnizoenscommandant te Rotterdam een ultimatum is gesteld van twee uren om de stad over te geven. Geschiedt dit niet dan zullen tegen de stad „de scherpste maatregelen" worden genomen. Welke maatregelen dit zullen zijn is ons niet onbekend; het lot van Warschau staat ons nog helder voor den geest. De O.L.Z. overweegt echter of hij wel verantwoord is om dit ultimatum voetstoots te aanvaarden. Is het wellicht niet een loos dreigement Warschau is toch ook niet dadelijk gebombardeerd! En verder: is hier niet behalve van een poging tot intimidatie de mogelijkheid van een poging tot mystificatie aanwezig? Het ultimatum toch was niet geteekend, het vermeldde bovendien als qualiteit van den afzender sléchts: „de Commandant van de Duitsche troepen". Stel, dat de O.L.Z. zou ingaan op het dreigement van een ondergeschikten commandant; alle vergoten bloed, alle energie, door de Rotterdamsche troepen en de bevolking ten toon gespreid, zouden tot niets hebben gediend en in één oogenblik van zwakte zijn verspeeld. En 'dat, terwijl het hier betrof het behoud of het verlies van het sleutelpunt van de landsverdediging. Op dit ultimatum mocht dan ook niet worden ingegaan. Te 11.45 wordt aan den garni zoenscommandant te Rotterdam getelefoneerd, dat hij op het ultimatum moet antwoorden, dat slechts een behoorlijk onderteekend geschrift, dat bovendien de qualiteit van den afzender vermeldt, in verdere overweging kan worden genomen." Na ontvangst van dit bericht door den kantonnementscommandant, vertrok 12.10 een kapitein van zijn staf als parlementair met de volgende mededeeling voor den Duitschen Commandant. Rotterdam, den 14 Mai 1940. An den Kommandant der Deutschen Truppen. „Ich habe Ihren Brief empfangen. Dieser war nicht unterzeichnet und erwahnte nicht „Ihren militarischen Rang. Bevor einen derartigen Vorschlag in Ueberwagung nehmen zu Bedoeld is de algemeene tactische en strategische toestand van de Nederlandsche troepen in den morgen van 14 Mei. 142

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 166