Op het bombardement volgde een beschieting van de gevechtsopstellingen op het vlieg
veld met boordwapenen uit jachtvliegtuigen, welke geruimen tijd aanhield. Dank zij de
aanwezige dekkingen was de uitwerking hiervan gering; er vielen slechts enkele gesneuvel
den en gewonden.
Ongeveer een uur na het begin van het bombardement volgde de landing van parachu
tisten. Noord, West en Zuid van het vliegveld, dichtbij en verder af, werden
honderden parachutisten afgeworpen, die zich snel vereenigden en den strijd op
den grond aanvingen. Het gros van de parachutisten kwam neer tusschen het vliegveld en
de buiten het veld opgestelde beveiligende schermen. Het scherm Hoornbrug, waarbij
zich de commandant van de in drie schermen opgestelde compagnie bevond,
moest i8o° van front veranderen, terwijl de schermen Broekpolder en Delft onmiddellijk
van verschillende zijden werden aangevallen, waarop het front van deze opstellingen niet
was berekend.
Even na het uitwerpen van de eerste parachutisten vingen de landingspogingen op het
vliegveld aan. In meerdere échelons van zes k acht transportvliegtuigen trachtte de vijand
achtereenvolgens op het veld te landen. Het eerste échelon landde in volkomen orde in de
richting van de gebouwen. Zoodra de wielen den grond raakten, openden de zware- en lichte
mitrailleurs en de kanonnen van 3.7 der pantserwagens het vuur; de vijandelijke vliegtuigen
werden met kogels doorzeefd en verscheidene raakten in brand, zoodat geen der talrijke
inzittenden de toestellen levend heeft verlaten. Het tweede échelon onderging hetzelfde
lot. Dit échelon had bijna geen ruimte meer over voor den uitloop. Het derde échelon, dat
geen landingsruimte meer had vanwege de vele wrakstukken, streek laag over het veld en
werd daarbij eveneens onder vuur genomen, waarbij verschillende toestellen in den vuurpoel
terecht kwamen. Een volgend échelon boog daarna op grootere hoogte af en verdween in
Zuidoostelijke richting.
De landingspoging op Ypenburg was hiermede volkomen mislukt, slechts enkele
Duitschers brachten het er levend af en werden krijgsgevangen gemaakt, terwijl het
landingsterrein zoodanig door wrakstukken was versperd, dat voorloopig de kans op
verdere landingspogingen vrijwel was uitgesloten. Op de krijgsgevangenen werden nauw
keurige kaarten gevonden van de omgeving, alsmede van het Haagsche bosch, met
aanteekening van verzamelpunten.
Gedeeltelijke verovering van het vliegveld door parachutisten.
Kort na 7.00 naderde een colonne Duitschers langs den weg uit de richting Delft.
De colonne bestond uit ongeveer vijftig man, die 30 a 40 Nederlandschekrijgsgevangenen
met zich medevoerden. Eenige pantserwagens, hiertegen ingezet, hebben het gevaar niet
meer kunnen afwenden, omdat ze geen kanonvuur op de colonne durfden af te geven,
wegens het gevaar om ook de ontwapende Nederlandsche soldaten te zullen treffen. De
Duitschers drongen door tot de gebouwen en bezetten de beide toegangen tot het sous-
terrain, waarin de commandopost van den bataljonscommandant was gevestigd. Aanvanke
lijk vuurden een kapitein en een soldaat herhaaldelijk met succes van den commandopost
uit op den vijand. Deze wierp echter handgranaten door den ingang in den kelder, waarbij
de luitenant-adjudant werd gedood. Krijgsgevangen Nederlandsche soldaten, die tegen
de muren van de gebouwen waren gezet, riepen gezamenlijk dat men niet meer moest
schieten, aangezien dit hun leven zou kosten, daar zij onder bedreiging stonden van de
154