daarna landende troepen dit „landingshoofd" in de richting van 's-Gravenhage en
Wateringen moesten uitbreiden (zie de reproductie van een document, buitgemaakt bij
den aanval, die in den middag van 10 Mei door I-R.Gr. is uitgevoerd).
De opzet van den aanvaller, om zich met den meesten spoed van het regeeringscentrum
's-Gravenhage meester te maken, is, mede dank zij den tegenstand van de 22e Depotcom
pagnie bewakingstroepen, niet gelukt. Tengevolge van dezen tegenstand hebben onder
deden van het Regiment Grenadiers en de ie Mitrailleurcompagnie tijd gehad, opstellingen
in te nemen bij Loosduinen en aan de Laan van Meerdervoort, waardoor noch de valscherm
jagers, noch de verdere landingstroepen, zelfs de eerst opgegeven punten hebben kunnen
bezetten.
Om 8.00 werd het vliegveld reeds door eigen bommenwerpers met succes gebombar
deerd, terwijl dadelijk na dit bombardement het vliegveld door 1-2 R.A. zoodanig met
artillerievuur werd belegd, dat het voor den vijand niet meer bruikbaar was en zelfs geheel
door de Duitsche troepen werd ontruimd.
Hoe dapper de weerstand is geweest moge blijken uit de groote verliezen, die door de
compagnie zijn geleden 24 gesneuvelden en 13 gewonden op een sterkte van 96 officieren,
onderofficieren en manschappen. De 22e Depot compagnie bewakingstroepen is hierdoor
een der zwaarst getroffen compagnieën van het geheele leger. Verschillende recruten heb
ben groote staaltjes van dapperheid aan den dag gelegd. Zonder anderen iets te kort te doen,
moet in het bijzonder worden vermeld het moedige en onverschrokken gedrag van een hun
ner. Met gevaar voor eigen leven sleepte hij zijn zwaar gewonden sectiecommandant, dien
hij op het vliegveld aantrof, eerst naar een loods en toen die in brand raakte, van het onder
eigen artillerie- en vijandelijk mitrailleurvuur liggende vliegveld naar een minder onveilige
plaats buiten het veld, terwijl hij intusschen nog een zwaar gewonden sergeant, die kort
daarna overleed, de eerste hulp verleende.
De namen van de gesneuvelden zijn vermeld op het monument bij de Haagsche Schouw
(zie foto blz. 186).-
c. Het vliegveld Valkenburg (zie schets Nr. XXX).
Begin October 1938 nam de Minister van Defensie de beslissing ,het militaire luchtvaart
terrein Valkenburg te doen aanleggen.
In het voorjaar van 1940 was het Oostelijk gedeelte, groot 600 X 1000 m, gereed, hoewel
de bodem nog te slap was voor normaal gebruik als vliegveld. Naar schatting zou het gereed
gekomen deel ongeveer 1 Juli 1940 als vliegveld door de luchtstrijdkrachten in gebruik
kunnen worden genomen. Begin Mei waren de vijf hangars, behoudens hangar B 1, vrijwel
voltooid en was de verbinding met de Wassenaarscheweg, alsmede de brug over de Groote
Watering tot stand gekomen, terwijl voorts van het dorp Valkenburg de Broekweg tot den
Oostrand van het vliegveld liep en door overbrugging van de afwateringssloot hiermede
verbinding had.
Op 20 April 1940 was de bewaking van het vliegveld versterkt en bestond sindsdien uit
1, 3-III-4 R.I. en een sectie zware mitrailleurs van M.C.-III-4 R.I., onder gemeenschap
pelijk bevel van den oudsten compagniescommandant. De in de bevelen vastgestelde
taak voor het detachement luidde:
a. Het bestrijden van vreemde vliegtuigen, die het vliegveld aanvallen.
b. Het bestrijden van vreemde vliegtuigen, die trachten te landen of geland zijn.
ifio