Het afsluiten van de Vlietovergangen.
Na door een motorordonnans te zijn gewaarschuwd, dat Ypenburg door de Duitschers
was overvallen, marcheerde de commandant van de 2° Batterij van de 30 Afdeeling van het
III" Depot bereden artillerie met ongeveer 50 artilleristen uit 's-Gravenhage af in de rich
ting van de Hoornbrug. Bij aankomst aldaar deed hij tegenover dit belangrijke toegangspunt
naar de stad met gevorderde passeerende auto's een wegversperring oprichten en nam hij
telefonisch contact op met den commandant van het III" Depot bereden artillerie. Van dien
commandant ontving hij de mededeeling, dat ook een ander detachement van dit depot
tot hetzelfde doel werd uitgezonden en hij deze troep moest inwachten om zich daarna
met zijn personeel onder de bevelen van den commandant van dat laatste detachement te
stellen.
Hierdoor bevonden zich weldra 130 man van het III" Depot bereden artillerie bij de
Hoornbrug; dit aantal werd geleidelijk nog vergroot. Een gedeelte van dit detachement
heeft later op den dag onder bevelen van C.-II-R.Gr. daadwerkelijk deelgenomen aan den
opmarsch tegen het vliegveld, terwijl de rest werd opgesteld aan den Vliet.
Inmiddels waren ook eenige onderdeelen van het VI" Depot infanterie bij den Vliet
aangekomen en hadden daar reeds op eigen initiatief opstelling genomen. In onderling
overleg werden thans door beide onderdeelen de overgangen over den Vliet bezet.
C.-3-III-R.Gr., de aangewezen commandant van de oorspronkelijke buitenverdediging
van het vliegveld Ypenburg, had zich bij het zoogenaamde scherm Hoornbrug gevoegd
en de leiding er van op zich'genomen. Versterkt met het van het vliegveld teruggevloeide
personeel, organiseerde hij hier de verdediging.
Het was van het hoogste belang, dat de Vliet met de talrijke overgangen stevig in eigen
handen bleef om eventueele, naar 's-Gravenhage oprukkende, vijandelijke afdeelingen
hier tegen te houden, alsmede om bij terugslag van tegen het vliegveld oprukkende eigen
troepen deze te kunnen opnemen. Zooals uit het bovenstaande blijkt, waren door prijzens
waardig initiatief van verschillende commandanten maatregelen daartoe reeds genomen,
doch doordat de verschillende onderdeelen aanvankelijk naast elkaar optraden, was de
toestand eerst nog weinig overzichtelijk. Alle troepen aan de Hoornbrug en den Vliet
werden daarom al spoedig onder bevel gesteld van C.-II-R.Gr. Later, toen C.-I Div. zijn
commandopost hier had gevestigd en met de geheele leiding van den aanval op Ypenburg
was belast, werd het onderling verband tusschen de verschillende onderdeelen aan den
Vliet bevestigd en de samenwerking beter verzekerd.
Het oprukken tegen het vliegveld.
A. De aanvalspoging van de 5e Compagnie van het 4e Depotbataljon.
De commandant van het 4" Depotbataljon ontving te 6.00 het verzoek om versterking
naar Ypenburg te zenden. Met machtiging van zijn commandant gaf hij aan den commandant
van de 5" Compagnie van zijn Depotbataljon opdracht, naar de Hoornbrug op te rukken
en hulp te verleenen aan de bezettingstroepen van Ypenburg. De compagnie, bestaande
uit drie sectiën recruten, ging te ongeveer 10.00 van de Hoornbrug met twee vóórsectiën
en een sectie als compagniesreserve voorwaarts tegen het vliegveld. Nadat de lijn
Zuidoostrand WielerbaanZuidhoorn was overschreden, werd op het open terrein,
Zuidoost daarvan, vuur ontvangen van het vliegveld, waardoor verliezen werden geleden.
167