benevens een ruime buit aan wapenen, munitie, seinpatronen en levensmiddelen, in onze banden vielen. Op den rechter vleugel was de aanval van de 40 Compagnie van het 4° Depotbataljon tot staan gekomen door vrij hevig vuur uit de boerderijen en schuren West van den ingang van het vliegveld. Door dit in hevigheid toenemende vuur, tengevolge waarvan vele verliezen werden geleden, was de compagnie genoodzaakt langzaam terug te gaan op de Hoornbrug. Aldaar bleek, dat de compagnie negen man aan gesneuvelden en 21 gewonden had verloren, terwijl een tiental manschappen wegens totale uitputting moesten worden afgevoerd. Uit het restant van de compagnie werden nu twee sectiën, elk ongeveer 25 man sterk, geformeerd en hiermede meldde de compagniescommandant zich weer bij zijn bataljonscommandant om opnieuw voorwaarts te gaan. Toen de Wielerbaan was gepas seerd, ki eeg de compagniescommandant opdracht de in het voorterrein gelegen boerde rijencomplexen te bestormen, na een voorafgaande beschieting door een stuk 7 veld. Zoodra het artillerievuur was afgegeven, konden de steunpunten worden bezet, waarbij ■ook nog een onderdeel van de 2e Compagnie van het Grensbataljon Grenadiers optrad. Talrijke Duitschers staakten nu den strijd en meer dan 200 gevangenen vielen in handen van C.-II-R.Gr. Inmiddels had C.-I Div., zoowel van C.- I L.K., als rechtstreeks van C.Vg.H., opdracht gekregen, zoo spoedig mogelijk te doen oprukken naar Delft om het VIC Depot Inf., dat met succes den vijand buiten Delft had weten te houden, te gaan ondersteunen en om daarna in de richting van Rotterdam voorwaarts te gaan, teneinde de verbinding Den Haag Rotterdam in handen te krijgen. Te 18.00, toen C.-I Div. den indruk had, dat de vijan delijke weerstand op het vliegveld Ypenburg vrijwel was gebroken, had hij reeds aan C.-II-R.Gr. opgedragen zijn bataljon zoo spoedig mogelijk te verzamelen en op te rukken naar Delft. Met het samentrekken van de verspreide onderdeelen was vrij veel tijd gemoeid. Een groot gedeelte van 3-II-R.Gr. raakte het verband met de hoofdmacht kwijt en ging, toen het intusschen donker was geworden, geheel tot de Hoornbrug terug, in de nabijheid waarvan het overnachtte. Met een sectie rechts en links door het terrein, marcheerde de bataljonscommandant met het restant van zijn vermoeid bataljon, bestaande uit een drietal tirailleursectiën, de mitrailleurcompagnie en de sectie mortieren van 8, naar Delft, alwaar hij te ongeveer 23.00 aankwam. De zuivering van het vliegveld en omgeving werd inmiddels door de achterblijvende troepenafdeelingen uitgevoerd. Met sterke, zeer zwaar bewapende strijdkrachten, behoorende tot de 22e „Luftlande Division", hebben de Duitschers den overval op het vliegveld Ypenburg ondernomen. Hoewel alle landingen met vliegtuigen op het veld zelf door de wakkere bezetting in bloed en vlammen werden gesmoord, gelukte het aan buiten het veld neergekomen afdeelingen valschermjagers op het veld door te dringen. Dit tijdelijk succes konden zij evenwel slechts bereiken door krijgsgevangen gemaakte Nederlandsche soldaten voor hen uitloopende mede te voeren, waardoor eenige ondercommandanten het vuur niet durfden te doen openen, uit vrees eigen menschen te treffen. Het bezit van het vliegveld is den vijand van geen nut geweest, omdat de wrakken van de in elkaar geschoten Duitsche vlieg tuigen voorloopig elke verdere landing daarop onmogelijk maakten. Lang voordat er sprake van kon zijn door opruimingen het veld weder in bruikbaren toestand te brengen, jukten de eigen troepen reeds ten aanval op en heroverden het vliegveld. De Duitsche 171

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 195