INLEIDING.
Deze publicatie, samengesteld bij Sectie G 8 (Krijgsgeschiedenis) van den Generalen
Staf, beoogt een beknopt, objectief en waarheidsgetrouw overzicht te geven omtrent de
krijgsverrichtingen in Mei 1940. Er is naar gestreefd een, ook voor den op militair gebied niet
ontwikkelden Nederlander, begrijpelijk relaas van de verschillende gevechtshandelingen te
geven, waarbij de krijgsgebeurtenissen zooveel mogelijk in haar onderling verband zijn be
schouwd. In verband met den opzet konden uitsluitend de gebeurtenissen op de voornaamste
gevechtsterreinen worden beschreven. Aan de andere gevechtshandelingen, zoomede
aan het aandeel in den strijd van niet met name genoemde wapens en diensten, kon geen
plaats worden ingeruimd. In hoofdstuk I, voorafgaande aan het feitelijk relaas van de oor
logshandelingen, zijn de gebeurtenissen in en de wederwaardigheden van het leger in de
jaren, voorafgaande aan de mobilisatie en die gedurende de mobilisatieperiode, vrij omstan
dig beschreven. Zulks was noodig ter opheldering van den deplorabelen toestand waarin het
leger, niettegenstaande enkele pogingen om daarin verbetering te brengen, bij het uit
breken van den oorlog verkeerde. Een in zeer groote lijnen gehouden beeld van den stand
der bewapening en uitrusting mocht hierin niet ontbreken.
De inhoud is bewerkt aan de hand van de dagboeken, gevechtsberichten, rapporten,
verslagen, enz., welke door de commandanten van de toenmalige oorlogsonderdeelen zijn
opgemaakt en op last van den O.L.Z. na de capitulatie zijn ingediend, dan wel ontleend aan
authentieke gegevens. Indien bij de bestudeering van deze dagboeken, gevechtsberichten,
enz. bleek, dat zij voor het doel, waarvoor de publicatie is samengesteld, geen voldoende
duidelijk beeld van het gebeurde gaven, is bij de betrokken commandanten alsnog navraag
gedaan, teneinde een met de feiten overeenkomende verhandeling te kunnen geven. Voorts
is bij de samenstelling een dankbaar gebruik gemaakt van de vele inlichtingen, die nog na
de bevrijding van Nederland zoowel van militairen als van burgers werden ontvangen.
Waar noodig, is ook het optreden der Duitsche troepen in de beschouwing betrokken;
hierbij is eveneens slechts gebruik gemaakt van betrouwbare gegevens.
In dit overzicht zijn eenige gevallen van Duitsche spionnage, zoomede van het gebruik
van middelen strijdig met het „oorlogsrecht" door Duitsche troepen, vermeld. Zoo is door
Duitsche afdeelingen bij de overvallen op de bruggen over de groote rivieren in het Oosten
des lands gebruik gemaakt van Nederlandsche uniformen of bedrieglijke nabootsingen
daarvan, zoomede van burgerkleeding. De tijdens de oorlogsdagen en eveneens nog daarna
verspreide geruchten en berichten, dat parachutisten in burgerkleeding zouden hebben
gestreden, zijn echter nimmer door gevechtsberichten van commandanten van onderdeelen,
die tegen valschermjagers den strijd hebben aangebonden, bevestigd. Mededeelingen, die
nog na de bevrijding van Nederland werden ontvangen, bleken daaromtrent geen nieuwe
gezichtspunten op te leveren. Vermoedelijk heeft de ongewone kleeding van de parachu
tisten tot het ontstaan van deze geruchten aanleiding gegeven.
XIII