HOOFDSTUK VI. DE STRIJD IN ZEELAND, ALSMEDE DE LOTGEVALLEN VAN DE NEDERLANDSCHE TROEPEN IN BELGIË EN FRANKRIJK. A. DE KRIJGSVERRICHTINGEN IN ZEELAND EN DE SAMENWERKING MET DE BONDGENOOTEN. i. Algemeene beschouwingen. De Commandant in Zeeland (C.Z.), wiens bevelsgebied de provincie Zeeland omvatte, stond rechtstreeks onder de bevelen van den O.L.Z. Omtrent de dislocatie van de in zijn bevelsgebied gelegerde troepen, alsmede de bevelsverhoudingen der commandanten, kan het volgende worden vermeld. Hierbij kan schets Nr. I, weergevende den toestand omstreeks half April 1940 na de wisseling in het opperbevel, worden geraadpleegd, waarbij in aanmerking dient te worden genomen, dat nog na dit tijdstip verschillende troepen verplaatsingen in het Commando Zeeland hebben plaats gevonden. Kleine onderdeden zijn buiten beschouwing gelaten. Zuid-Beveland: op 10 Mei had 14 G.B. de Bath-stelling en hadden III-38 R.I., benevens III-17 R.A. en de sectie 10 I.30 de Zanddijkstelling bezet, terwijl de io9e Batterij luchtdoelartillerie, eveneens bij de verdediging van laatstgenoemde stelling betrokken, nabij Schore in stelling stond. De troepenverplaatsingen, welke nog na dit tijdstip naar en in de Zanddijkstelling hebben plaats gevonden, zullen hierna worden besproken (zie blz. 193). C.-38 R.I. werd op 10 Mei commandant van alle troepen op Zuid-Beveland; hij ressorteerde rechtstreeks onder den C.Z. Tholen: Aan I-38 R.I. (min 3), waaraan een sectie mortieren van 8 en een sectie 6 veld was toegevoegd, was de verdediging van de Eendracht langs den Oostrand van het eiland, ter dekking van den Noordvleugel van de Zanddijkstelling op Zuid-Beveland, opgedragen. Op 10 Mei werd C.-I-38 R.I. rechtstreeks onder de bevelen van den C.Z. geplaatst. Vóór het eiland, op den Brabantschen oever, was een inundatie gesteld. Walcheren: Hier waren gelegerd: Het ie Bataljon Marinetroepen, belast met de verdediging van de kust; 1-II-38 R.I., waaraan de verdediging van de haven van Vlissingen was toevertrouwd; 3-I-38 R.I., welke compagnie oorspronkelijk op Schouwen-Duiveland was gelegerd, doch omstreeks 26 April 1940 met de verdediging van het vliegpark bij Oost-Souburg werd belast; de i6e Batterij luchtdoelartillerie, Noordoost van Oost-Souburg; het Detachement Kustartillerie Walcheren. Noord-Beveland: In verband met een mogelijke landing van parachutisten werd op 10 Mei een sectie van de ie Compagnie Marinetroepen van Middelburg naar dit eiland overgeplaatst. 187

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 211