van de wapenen door ons leger buiten Zeeland, had het moreel van de troepen in de Bath- stelling, die voor Zeeland het spits moesten afbijten, zeer veel geleden. De Duitsche troepen, behoorende tot de S.S.-Standarte „Deutschland", welke wij in hoofdstuk III C hebben verlaten, verschenen in den middag van den i4en Mei voor de stelling en namen deze nog denzelfden avond d: 18.00 onder artillerievuur. Op dat tijdstip bevonden de compagniescommandanten zich voor een laatste bespreking op het bureau van den bataljonscommandant. Aangezien hun leiding in de stelling thans werd vereischt, werden zij naar hun onderdeelen teruggezonden. Korten tijd daarna heeft SCHETS Nr. XXXVI de commandant van het Zuidelijke vak, C.-2-14 G. B., met de twee te Bath gelegerde sec tiën, zonder dat het optreden van den vijand daartoe noodzaakte, de stelling verlaten. Gebruik makende van eenige te Bath liggende vaartuigen zijn zij naar Zeeuwsch-Vlaanderen overgestoken. C.-3-14 G.B., de commandant van het Noordelijke vak, wilde na de be spreking met den B.C. langs Bath en de vandaar naar het Noorden voerenden dijk naar zijn onderdeel terugkeeren. Deze poging werd door hem opgegeven, toen hij bovenge noemde sectiën zag terugtrekken. Daarna is hij eveneens naar Zeeuwsch-Vlaanderen over gestoken. In het overige stellinggedeelte hadden zich inmiddels ook reeds teekenen van demoralisatie voorgedaan. Bij de terugtrekkende bezetting van een door de artillerie ge troffen pantserafweerkanon, sloten zich allengs meer en meer soldaten en onderofficieren aan, zoodat, ondanks het krachtige optreden van den commandant der ie Compagnie en den bataljons-adjudant, de stelling op verschillende plaatsen van troepen werd ontbloot. Ookhet geneeskundig personeel had omstreeks 18.45 ongemotiveerd zijn opstelling verlaten. ZANDDUK^- JTSLUNlfcik 2ATH smumg \q.S.,K.L,Hr.7t.\ De Bath- en de Zanddijkstelling. 191

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 215