Kruiningen-Ierseke, tot bij Ierseke uitstrekte. Om verschillende redenen, o.a. uit een
tactisch oogpunt, zoomede met het oog op verkenning uit de lucht, was deze en niet
een oogenschijnlijk voor de hand liggende stelling op den Westelijken oever van het
Kanaal door Zuid-Beveland gekozen. Zij werd, zooals vermeld, gedekt door een inundatie,
welke op 13 Mei was gereed gekomen. De groote betonweg van Bergen op Zoom naar
Goes, ten deele onder water, was bovendien op twee plaatsen opgeblazen. Mijnen en
hindernissen waren op de daarvoor in aanmerking komende plaatsen voor de stelling aan
gebracht, terwijl ook de spoorbaan vóór de stelling, door vernieling onbruikbaar was
gemaakt. Een belangrijk acces was de Noord van den spoorbaan naar de stelling voerende
Tholseindsche Dijk.
Omtrent de bezetting der Zanddijkstelling kan het volgende worden vermeld. Sinds
den aanvang van 1940, toen verschillende onderdeel en die de stelling hadden bezet, naar
elders werden verplaatst, was III-38 R.I. belast met het afwerken van de geheele Zanddijk
stelling. Bij het uitbreken van den oorlog keerden deze onderdeelen weer naar de Zand
dijkstelling terug, terwijl bovendien daarna nog eenige kleine onderdeelen aan de stelling
bezetting werden toegevoegd. Zoo waren in den nacht van 9/10 Mei, toen zich dus III-38
R.I., benevens III-17 R.A., de sectie 10 I.30 en de ioge Batterij luchtdoelartillerie, in
of nabij de Zanddijkstelling bevonden, I-40 R.I., III-40 R.I. en II-17 R.A. nog op Walcheren
gelegerd (zie schets Nr. I). III-40 R.I. kreeg reeds op 9 Mei, 21.50, dus vóór het uit
breken van de vijandelijkheden, bevel naar de Zanddijkstelling terug te keeren, terwijl
I-40 R.I. en II-17 R.A. dit bevel eerst na het uitbreken der vijandelijkheden ontvingen.
Ook nadat deze onderdeelen in de stelling waren teruggekeerd, werden nog eenige
troepen verplaatst. Zoo werd, vooral op aandringen van Generaal Durand, die een aanval
op Zuid-Beveland van het eiland Tholen uit niet uitgesloten achtte, o.m. III-40 R.I.
verplaatst en belast met het inrichten en bezetten van een stelling langs de kust ten Westen
van Ierseke. Dit onderdeel keerde eerst in den nacht van 14/15 Mei, toen zijn taak door
Fransche troepen werd overgenomen, naar de Zanddijkstelling terug. Tengevolge van de
nachtelijke verplaatsingen en de zware werkzaamheden bij het inrichten dezer stelling, waren
deze troepen, toen de vijand voor de Zanddijkstelling verscheen, dan ook zeer vermoeid.
Toen de stelling in den vroegen morgen van den i5en Mei werd aangevallen, bestond
de bezetting, kleine onderdeelen buiten beschouwing gelaten, derhalve uit drie bataljons
infanterie (van Zuid naar Noord: I-40 R.I., III-40 R.I. en III-38 R.I., versterkt met de
hiervoren genoemde 38e Reserve Grenscompagnie) met daarbij ingedeelde zware infante-
riewapenen (mortieren van 8, kanonnen van 6 veld en pantserafweergeschut). Aan artillerie
werd beschikt over twee afdeelingen (II,III-i7 R.A., resp. bewapend met 7 veld en 8 st.)
en de sectie 10 I.30. Het geheel stond onder bevel van C.-40 R.I., die op zijn beurt onder
C.-Zuid-Beveland ressorteerde. Als artilleriecommandant trad op C.-17 R.A. In verband
met de aankomst op 14 Mei op den Westoever van het Kanaal van Fransche troepen,
welke de verdediging hiervan op zich zouden nemen, was de 109® Batterij luchtdoel
artillerie den daarop volgenden nacht van Schore naar KapelleBiezelinge verplaatst.
Terwijl omstreeks 7.30 pantserwagens, motorrijders en wielrijders den aanval over
den Tholseindsche Dijk benoorden de spoorbaan inzetten x), werd de stelling door Duitsche
Hierbij dient te worden opgemerkt, dat de Duitschers aan deze troepen een, vermoedelijk buitge
maakte, Nederlandsche Roode Kruis auto deden voorafgaan, welke de emblemen van het Roode Kruis
op de bovenzijde en de zijkanten van de carosserie voerde.
Bekn. Overz. Krijgsverrichtingen Kon. Landmacht 13
193