alsmede van de Bom. V.A., het patrouilleeren en optreden tegen buitenlandsche vlieg tuigen, welke door het overvliegen van ons gebied onze neutraliteit schonden. In verband met de spanning tijdens de onmiddellijk aan 10 Mei voorafgegane dagen, was met ingang van 8 Mei voor alle luchtstrijdkrachten de hoogste graad van strijdvaardig heid bevolen van 3.15 tot 8.00. Dit hield voor alle jachtverbanden, alsmede voor de Bom. V.A., in, dat de tot deze afdeelingen behoorende vliegtuigen startklaar moesten staan, d.w.z. met warmgedraaide motoren en de bemanning bij de vliegtuigen; de overige vliegtuigen moesten verspreid buiten de vliegvelden zijn opgesteld. In den nacht van 9/10 Mei ging de strijdvaardigheid in te 3.00. Het opstijgen zou geschieden op last van den Commandant van de luchtverde diging, dan wel op initiatief van de Af- deelingscomman- danten naar aanlei ding van eigen waar nemingen of belang rijke luchtwacht- meldingen. 10 Mei. Voor het vliegen bij duisternis gold een verbod, teneinde verwarring bij het vuren der luchtdoel artillerie te voor komen. Dit was dan ook de reden, dat niettegenstaande de luchtwachtmeldingen van 1.362.45 aangaven, dat een groot aantal vreemde vliegtuigen in een breed front over ons grondgebied van Oost naar West vlogen door onze luchtstrijdkrachten niet werd ingegrepen. Door Commando Luchtverdediging (Co.Lvd.) waren twee mogelijkheden overwogen, nl. een voorgenomen aanval op Nederland, dan wel een aanval op Engeland, onder schending van onze neutraliteit. Met Afd. Landmacht van het A.H.K. was overeengekomen, dat het Co.Lvd. onverwijld Zou worden ingelicht omtrent Duitsche grensoverschrijdingen. Toen dan ook van A.H.K. geenerlei aanwijzing werd ontvangen, achtte C.Lvd. een aanval op Nederland niet waar schijnlijk, temeer niet, toen de overvliegingen te i 2.45 eindigden. Eenige malen is nog telefonisch contact met Afd. Landmacht opgenomen, doch dit bureau was telkenmale in gesprek. Het eerste bericht van grensoverschrijding kwam eerst te 4.10 van Afd. Land macht bij het C.Lvd. binnen. Door C.Lvd. werd dan ook verwacht, dat de aanvallende vliegtuigen op hun terugtocht onze kust zouden passeeren en daar door onze jachtvlieg tuigen zouden kunnen worden aangevallen. Daartoe zou om 3.55 juist een desbetreffend C V-Verkenner max. snelheid 260 km/u. 207

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 231