1 ater de opdracht werd herhaald. Hierbij werden één T V en 2 D XXI machines neerge
schoten. Het juistheidsbombardement, met zeer geringe kans, was niet geslaagd. Verder
beschoten G I's dien dag nog een aantal bij Delft gelande vliegtuigen.
De I2e Mei zou wederom een zware dag voor het overschot van onze luchtstrijdkrachten
worden. Behalve bij Rotterdam, waar op Waalhaven steeds nieuwe troepen en versterkingen
werden aangevoerd, eischte ook de toestand bij de Grebbestelling en die bij de Wonsstelling
in Friesland de bijzondere aandacht. Waalhaven en het parkeerterrein van het Feijenoord-
stadion werden gebombardeerd, evenals artillerieopstellingen tusschen Delft en Rotterdam.
Pogingen om den kop van den Afsluitdijk te verkennen en te bombardeeren, zoowel door
C V vliegtuigen, als door onze laatste T V, hadden geen succes. De groote Duitsche
overmacht in de lucht bij den Afsluitdijk noopte deze vliegtuigen terug te keeren.
Voor de Grebbestelling werden de opmarschwegen verkend, terwijl tot steun van de troe
pen nabij den Grebbeberg, eerst door G I's, later nog verschillende malen door patrouilles
C V toestellen, doelen in den West-rand van Wageningen werden aangevallen. Sommige
van deze patrouilles bereikten haar doel niet en werden gedwongen terug te keeren, andere
werden uiteengeslagen en neergeschoten door de tientallen Duitsche jagers, welke in die
omgeving opereerden. Zoo keerde van een patrouille van 3 C V machines met een
vrijwillige bemanning van III Verk.Gr., slechts één toestel zwaar gehavend terug.
Daar de Jachtvliegdienst ten behoeve van het Veldleger in het geheel niet meer over
jachtvliegtuigen beschikte, werd door Fokker met spoed gewerkt aan het bewapenen en
vlieggereed maken van eenige G I Wasp-toestellen, een iets kleiner type G I, oorspronkelijk
bestemd voor Finland. Voorloopig werden 6 D XVII jagers van het Depot luchtstrijd
krachten dien dag op Buiksloot ter beschikking van C-2 Lv. R. gesteld. Een drietal daarvan,
bestemd voor bescherming van verkenningsopdrachten van III Verk.Gr., capoteerden
echter bij het landen op Ruigenhoek door de onervarenheid der jonge vliegers met dit type.
IJ Mei.
In den vroegen morgen van 13 Mei had, zooals reeds in hoofdstuk IV is vermeld, een
tegenaanval plaats om den Grebbeberg te heroveren. Tot steun hiervan moesten de Duit
sche artillerieopstellingen nabij Wageningen worden gebombardeerd en gemitrailleerd.
Dit geschiedde door 4 C X vliegtuigen van de Strategische Ver.V.A., beschermd door
5 D XXI en 2 G I toestellen. Öp aandringen van den C.V. werd deze moeilijke opdracht
later herhaald, thans met vrijwillige bemanningen.
Ook op het Z.front van de Vg.H. noopte de toestand tot den inzet van de nog in geringen
getale aanwezige luchtstrijdkrachten. De ge Pantserdivisie stond voor de toegangsdeuren
van het Z.front van de Vg.H. Er was daarom den O.L.Z. alles aan gelegen de Moerdijkbrug
te doen vernielen. Dit zou geschieden door de laatste T V met bommen van 300 kg. De twee
mijnbommen werden in twee aanvalsruns afgeworpen, doch zonder de brug te treffen.
Op den terugweg werden deze T V en een G I toestel neergeschoten.
14 Mei.
Op den morgen van den laatsten oorlogsdag werden alle nog beschikbare jagers, waaronder
ook voor het eerst 3 GI Wasp, ingezet ter bescherming van den terugtocht van het
212