In den loop van de jaren breidde de arbeid zich uit; een korps reserve-veldpredikers werd georganiseerd en bij herhalingsoefeningen kwam telkens een gedeelte van dit korps in werkelijken dienst. Bij den langeren diensttijd en de uitbreiding van het leger groeide het aantal der geregelde samenkomsten meer en meer, terwijl daarnaast genoemd mogen worden het bezoek aan zieken en gestraften, de arbeid in de tehuizen, de lectuurverspreiding en de omvangrijke briefwisseling. De mobilisatie bracht mede, dat veel meer onderdeel en geestelijke verzorging moesten genieten. Daartoe werd aan alle vaste legerpredikanten en aan de beide vlootpredikanten, die reeds geruimen tijd de helpende hand hadden geboden bij de verzorging der landmacht, de geestelijke leiding voor een grooter legeronderdeel toegewezen (verbindingsveldprediker), terwijl aan deze legerpredikanten een aantal reserve-veldpredikers werden toegevoegd, in totaal tenslotte ongeveer 130. De moeilijkheden waren in den beginne zeer groot en vele! Tal van reserve-veldpredikers kwamen geheel onvoorbereid en volkomen onbekend met alles wat militair is in hun arbeid; nieuwe tehuizen moesten worden opgericht, terwijl de hulpmiddelen ontbraken; er waren geen localiteiten, geen auto's voor veldpredikers, er was geen of te weinig lectuur. Maar er waren soldaten en er moest worden gewerkt. En er is gewerkt! Ondanks en tegen alle moeilijkheden in. Niet alle reserve-veldpredikers waren tegen hun taak opgewassen; wisseling, vervanging, alsmede aanvulling van het korps reserve-veldpredikers bleken noodig. Alhoewel een en ander op talrijke moeilijk heden stuitte, geraakte men tenslotte toch tot een bevredigend resultaat, terwijl uiteindelijk ook de beschikking werd verkregen over tehuizen, localiteiten, lectuur en geld. Op deze steeds gunstiger wordende omstandigheden heeft ook groote invloed gehad de mede werking en het medegevoel voor de militairen bij de kerken, bij het Bijbelgenootschap, bij vereenigingen en particulieren, terwijl de samenwerking met commandanten en officieren steeds beter werd. En er groeide bovendien onder de veldpredikers een esprit de corps! Inmiddels was er een Hoofd Geestelijke Verzorging van het Veldleger benoemd, als rechtstreeksch adviseur van den Commandant van het Veldleger, terwijl hij tevens inspec tiën hield en leiding gaf aan de onder zijn bevelen gestelde 85 veldpredikers. Hard is er gewerkt: bevordering van den kerkgang, geregelde samenkomsten, cursussen, ontspanning, opvoeding in nationalen zin, persoonlijke zielszorg, terwijl vooral de voort durende aanwezigheid van den veldprediker-vertrouwensman in den troep talloozen voor geestelijke en moreele verwording heeft bewaard en den goeden geest van het geheel heeft bevorderd. Veel te weinig is er bereikt, dat ligt in den aard van den arbeid voor Gods Koninkrijk, maar er is iéts bereikt, voor den enkeling en voor den troep. En dat stemt dankbaar. In magnis voluisse sat in groote dingen is het voldoende gewild te hebben. In Mei brak de hel over ons land los. De beter bewapende en bezeten benden braken onze verdedigingslinies open en stroomden binnen. Over de geestelijke verzorging in die dagen kan in een kort bestek niet worden uitgeweid, noch over houding en daad der veldpredikers. Hun taak was een dienende. Niet allen kregen gelegenheid te toonen, wat zij waard waren. Maar velen hebben het getoond! Eerst in de uren vóór de strijd losbarstte, toen op tal van plaatsen in en achter de voorste linie een eenvoudig woord van geloofsvertrouwen den moed der wachtende soldaten heeft gesterkt. Daarna soms door een betooning van onverschrokkenheid die tot navolging prikkelde, 217

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 241