BIJLAGE IV. DE TEKST VAN HET BEVEL, DAT AAN DEN COMMANDANT VAN HET VELDLEGER, DEN COMMANDANT VAN DE VESTING HOLLAND, DEN COMMANDANT VAN DE LUCHTVERDEDIGING, DEN DIRECTEUR VAN DEN ETAPPEN- EN VERKEERSDIENST EN DEN COMMANDANT VAN DE STELLING VAN DEN HELDER DEN 14EN MEI 1940 TE 16.50 PER TELEX WERD OVERGESEIND, LUIDDE Duitschland heeft hedenmiddag Rotterdam gebombardeerd, terwijl Utrecht met vernietiging wordt bedreigd. Ik meen derhalve, ter sparing van de burgerbevolking en ter voorkoming van verder bloedvergieten gerechtigd te zijn aan de troepen onder Uw bevelen het bevel te geven onzerzijds den strijd te staken. Ik verzoek U daarom aan de daarvoor in aanmerking komende troepen commandanten onder Uw bevel opdracht te geven: den strijd te staken, ter plaatse te blijven en voor zoover het behoud van een deel der wapens noodig is voor het bewaren van de orde en van de rust tot de aankomst van Duitsche geregelde troepen, de wapens neer te leggen. b. voor zoover zij in aanraking zijn met den vijand voordat zij de wapens neerleggen een parlementair met witte vlag enz. naar den vijand te zendenmet de mede- deeling, dat aan de troepen onder hun bevel bedoelde opdracht is gegeven. Ik teeken hierbij wellicht ten overvloede aan dat het bepaald nood zakelijk is dat de discipline onder de troepen wordt gehandhaafd en dat ook de orde in door de troepen belegde oorden en terreinen verzekerd moet zijn, tot de aankomst van geregelde Duitsche troepen. Ik verzoek U verder aan de troepen en onderdeden mede te deelen dat ik vervuld ben van diepe bewondering en dankbaarheid voor hetgeen door U en door onze Troepencommandanten en troepen is verricht. Slechts wanverhouding in het bezit van materieele middelen is, een enkele maal gepaard aan verraad, oorzaak geweest, dat niet op alle plaatsen waar zulks dezerzijds was gelast stand is kunnen worden gehouden. Aan de soldateneer is door U ten volle voldaan. Voor zoover zulks mogelijk is, moeten wapens, munitie en materieel worden onbruikbaar gemaakt of vernietigd; in het bijzonder geldt dit voor het kust- geschut. N.B. Over de minute van het bevel wordt niet meer beschikt. Vermoed wordt, dat de oorspronkelijke tekst bij het overseinen per telex eenigszins werd verminkt. De ondercommandanten, die het bevel in bovenstaanden vorm ontvingen, hebben niettemin er op de juiste wijze uitvoering aan gegeven. 226

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 250