gemobiliseerd geweest, noopte de verscherping in den internationalen toestand in het
voorjaar van 1939 in het bijzonder het conflict tusschen Italië en Albanië wederom
tot het nemen van buitengewone militaire voorzorgsmaatregelen, zoodat de telegrammen
O (op 7 April, Goede Vrijdag), P en Q werden verzonden.
In de tweede helft van Augustus 1939 verscherpten zich tengevolge van de spanningen
tusschen Duitschland en Polen de internationale verhoudingen in toenemende mate,
Zoodat de Regeering, na op 23 Augustus het waarschuwingstelegram (Telegram A) te
hebben doen uitgaan, op 24 Augustus de vóór-mobilisatie, met 25 Augustus als opkomst
dag, gelastte (Telegram B).
Deze vóór-mobilisatie, welke o.m. omvatte de commandanten der oorlogsonderdeelen,
kwartiermakers, menagemeesters, kokspersoneel, hoefsmeden, rijwielherstellers enz., had
ten doel het vormen van de kernen der oorlogsonderdeelen en de verdere voorbereiding
voor de eventueel volgende algemeene mobilisatie.
Op 28 Augustus werd de internationale toestand dermate spannend, dat de Regeering
tot de algemeene mobilisatie besloot en het mobilisatietelegram deed uitgaan, luidende:
„Algemeene mobilisatie. Eerste mobilisatiedag 29 Augustus 1939I*1 werkelijken dienst
werden geroepen de dienstplichtigen van de lichtingen 1924 t/m. 1938 (15 lichtingen);
de lichting 1939 was onder de wapenen.
In de mobilisatiecentra, waar de kernen der oorlogsonderdeelen reeds aanwezig waren,
werden de opkomende groot-verlofgangers gekleed, uitgerust en bewapend en de voorge
schreven handelingen verricht om de grootere en kleinere oorlogseenheden mobiel te
maken.
Tot Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht (O.L.Z.) werd benoemd de Chef van
den Generalen Staf, I. H. Reijnders, die besloot van de in vredestijd voorbereide concen
traties de Concentratie Blauw x) tot uitvoering te brengen en 1 September als eerste concen
tratiedag vast te stellen. Deze concentratie voltrok zich op 1, 2 en 3 September, met het
resultaat dat in den avond van 3 September de Nederlandsche strijdkrachten haar opstel
lingen hadden ingenomen. Zoowel de 'algemeene mobilisatie als de daarop gevolgde
concentratie hadden in het algemeen bezien een zeer gunstig verloop en hoewel
daarvoor begrijpelijk eenige vrees had bestaan, werden ze niet door vijandige handelingen
verstoord. Op 3 September, den dag waarop Engeland en Frankrijk aan Duitschland
den oorlog verklaarden, was het Nederlandsche leger volledig gemobiliseerd en geconcen
treerd. Kon men dus, wat de mobilisatie en de concentratie betreft, op 3 September
Zeer tevreden zijn, de ingewijden en in het bijzonder de verantwoordelijke chefs, werden
toch door zware zorgen gekweld. Het oorlogsleger was te zwak voor de zich steeds
uitbreidende taak, waarvoor het in den modernen oorlog zou kunnen komen te staan.
Behalve dat het onvoldoende geoefend, geëncadreerd en uitgerust was, zooals reeds in
't kort werd uiteengezet, liet ook de discipline te wenschen over. Gelukkig werd het
Rijk niet onmiddellijk in den oorlog betrokken; het duurde zelfs nog ruim acht maanden
voordat de Duitschers ons land binnenrukten en in dezen tijd is er hard, vaak zeer
hard, gewerkt om den achterstand eenigszins in te halen. Opgemerkt moet echter worden,
8
J) Onder concentratie wordt hier de opstelling verstaan, welke het leger na mobilisatie inneemt. De
voor verschillende omstandigheden voorbereide concentraties werden elk aangeduid met de naam van
een kleur.