zouden worden betrokken. De overbelaste metaalindustrie kon echter niet in het gewenschte snelle tempo leveren. Anderdeels was een moeilijkheid om de beschikking te krijgen over het benoodigde groote aantal levende krachten (ingenieurs en opzichters), over een vol doend aantal ervaren betonvlechters, terwijl ook de aanvoer en de distributie van materialen een geruimen tijd zouden vorderen. Men mocht er dan ook niet op rekenen, dat de Grebbe en Betuwestelling vóór i October 1940 geheel gereed zouden zijn en de Waal-Lingestelling eerst in Januari 1941, als tenminste de weersomstandigheden medewerkten. 3. Het opvoeren van de algemeene geoefendheid. Bij de te nemen maatregelen tot het opvoeren van dè algemeene geoefendheid stond de legerleiding voor de groote moeilijkheid, dat de reserve-officieren en het dienstplichtig kader, waarmede het gemobiliseerde leger in de lagere rangen vrijwel geheel was geën cadreerd, onvoldoende practisch waren geschoold om den troep doeltreffend te oefenen, terwijl zij zelf nog een leerschool moesten doorloopen. Bovendien moest, zooals hiervoren reeds is aangegeven, voor de troepen, deel uitmakende van de bezetting van liniën en stellingen, een groot gedeelte van den tijd, ten koste van de te houden oefeningen, aan den bouw van versterkingen worden besteed. Echter kon tijdens den strengen en langen winter 1939/1940 de stellingbouw slechts beperkten voortgang vinden, terwijl door het zeer koude weer de oefeningen, welke in den daardoor beschikbaar gekomen tijd werden gehouden, niet dat rendement konden opleveren, als onder normale omstandigheden het geval zou zijn geweest. In dien tijd heeft de troep ook nog vele dagen moeten werken aan het hakken van sleuven in de bevroren inundatiën en tankgrachten, om deze aan haar doel te doen blijven beantwoorden. Voor de in het hart des lands en aan de kust gelegerde troepen deed zich het groote be zwaar voor van het geringe aantal oefenterreinen van eenigen omvang in het polderterrein en de kuststrook. Oefeningen in eenigszins groot verband konden hierdoor niet worden gehouden, terwijl de tijdelijke legering van deze onderdeelen in landsgebieden, welke meer gelegenheid tot oefenen boden, niet mogelijk was, in verband met den steeds dreigenden internationalen toestand. Tenslotte hebben de oefeningen uiteraard grooten hinder ondervonden van de uit ande ren hoofde noodzakelijke periodieke verloven en de studie-, zaken- en landbouwverloven van langeren duur, waardoor steeds een groot deel van de troepensterkte ontbrak en een stelselmatige opleiding werd bemoeilijkt. Bij de langs de kust en de grens opgestelde troe pen werd de opvoering van de geoefendheid bovendien nog belemmerd door de talrijke wachtdiensten, welke het personeel had te verrichten, terwijl oefeningen in grooter ver band door de verspreide legering slechts in geringe mate en op onvoldoende wijze konden plaats vinden. Aangezien de C.V. tijdens de mobilisatie het bevel voerde over het grootste gedeelte van het leger, zullen voornamelijk de door deze autoriteit gegeven richtlijnen tot het verhoogen van de geoefendheid worden behandeld. Bij de onder diens bevelen gestelde troepen werd gedurende het grootste gedeelte der mobilisatie vier dagen per week aan den aanleg en bouw van versterkingen gewerkt, terwijl de overblijvende twee werkdagen waren bestemd voor het houden van oefeningen. In Maart 1940 was de stellingbouw zoover gevorderd, dat wekelijks twee dagen aan den bouw van versterkingen en vier dagen aan oefeningen werden besteed. 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 34