Leid, misverstand enz. niet geheel uitgesloten mocht worden geacht. Alle commandanten
ter plaatse immers hadden opdracht de vernieling uit te voeren, als hun inziens de
brug in handen van den vijand dreigde te vallen. Om al deze redenen werd na overleg
op het A.H.K. beslist, dat de ontstekingsmiddelen bij de genoemde bruggen niet zouden
worden aangebracht. De veiligheid van de bruggen werd bovendien afdoende gewaar
borgd geacht. Immers:
a. de Moer dij kbruggen lagen ruim 100 km van de Oostgrens verwijderd;
b. er lagen troepen vlak vóór de bruggen;
c. er legerden troepen dicht achter de bruggen;
d. er stond een batterij luchtdoelartillerie ter bescherming van de bruggen;
e. er waren kazematten met politietroepen nabij de bruggen;
f. het 6e Grensbataljon zou in het geval Oost onmiddellijk na alarm met versnelde
middelen van vervoer van Breda naar het bruggenhoofd oprukken, om dit te bezetten.
Ten aanzien van de luchtstrijdkrachten, de luchtdoelbestrijdingsmiddelen en de
bewakingstroepen der vliegvelden werd in den middag van 7 Mei gelast, dat deze eiken
dag van vóór het licht worden af volledig paraat zouden zijn.
Verder waren er maatregelen genomen om te voorkomen, dat door valsche berichten
per radio, per telefoon of per ordonnans, de weerstandskracht zou worden verlamd, zooals
in Noorwegen gebeurd scheen te zijn. Er werd o.m. uitdrukkelijk gezegd, dat de O.L.Z.
niet het bevel zou geven om geen weerstand te bieden.
8 Mei ging zonder incident voorbij.
De bevolen verplaatsingen van de depots geschiedden zonder wrijving. De oudere
lichtingen van sommige wapens o.a. van de cavalerie die kort na het begin van de
mobilisatie met verlof waren gezonden, kwamen weer onder de wapenen. Eenige détail-
punten werden nog verbeterd, o.a. werd de havenverdediging van Delfzijl nog eens onder
de loupe genomen. Het vliegveld Eelde, dat inplaats van Schiphol voor den Duitschen
burgerluchtvaartdienst beschikbaar was gesteld, werd hiervoor verboden. Men meende
de toekomst met vertrouwen tegemoet te mogen zien en had de overtuiging gedaan te
hebben, wat onder de bestaande omstandigheden en met de weinige ter beschikking staande
middelen menschelijker wij ze mogelijk was geweest.
In den avond van 9 Mei, 17.00, kwamen van onze troepen langs de Duitsche grens
bij het A.H.K. verschillende verontrustende berichten binnen, welke voor den O.L.Z.
voldoende reden waren voor de uitzending (i 20.45) aan alle ondercommandanten van
het telexbericht: „Van de grens komen zeer verontrustende berichten binnen. Weest
derhalve hedennacht bijzonder op Uw hoede."x)
Wat later in den avond, 21.00, ontving het Departement van Defensie mededeelingen,
waaruit viel op te maken, dat op 10 Mei de aanval zou geschieden. Bovendien werd een
telegram onderschept dat in Amsterdam was aangeboden en bestemd was voor een
Amerikaansche courant, luidende: „Wise Willies whispering bewitching hour Friday
dawn" of in klare taal overgezet: „Duitschers, die het weten kunnen, vertellen dat het
fatale uur Vrijdag bij het aanbreken van den dag zal zijn".
De troepen aan de Oostgrens, die aldaar met de strategische veiligheid waren belast,
Naar later bleek, is dit bericht niet ontvangen door C.-I L.K., waarschijnlijk ook niet door C.Vg.H.
29