worden ontzien, zoolang wij haar zelf handhaafden en nadat ons land met angstvallige nauwgezetheid al de voorafgaande maanden zich hieraan had gehouden en geen ander voornemen had dan deze houding streng en consequent vol te houden, werden zonder de minste waarschuwing deze wandaden bedreven. Eerst te 6.00 overhandigde de Duitsche gezant aan onzen Minister van Buitenlandsche Zaken de volgende verklaring: „Wij kondigen U den inzet van een geweldige Duitsche troepenmacht aan. Elke tegenstand is volmaakt doelloos. Duitschland garandeert den staat van bezit in Europa en Overzee, zoowel als de dynastie, indien elke tegenstand uitblijft. Zoo niet, dan bestaat er gevaar voor een volledige vernietiging van het land en zijn staatsbestel. Daarom manen wij U dringend aan, tot het Volk en de Weermacht een oproep te richten en voorts in verbinding te treden met Duitsche. militaire commando's. Motiveering: Wij hebben onweerlegbare bewijzen voor een onmiddellijk dreigende inval van Frankrijk en Engeland in België, Nederland en Luxemburg, die met mede weten van Nederland en België sinds lang was voorbereid, met het doel op het Roer gebied een aanval te doen". Hierop heeft de Minister van Buitenlandsche Zaken geantwoord: „Met verontwaardiging wijst Harer Majesteits Regeering de aantijging der Duitsche Regeering van de hand, dat zij, op eenigerlei wijze, of met eenige vreemde mogend heid, geheime en tegen Duitschland gerichte afspraken heeft gemaakt. Gezien den ongehoorden Duitschen aanval op Nederland, een aanval begonnen zonder eenige voorafgaande waarschuwing, is de Nederlandsche Regeering van oordeel, dat thans een staat van oorlog is ontstaan tusschen het Koninkrijk en Duitschland". 33 Bekn. Overz. Krijgsverrichtingen Kon. Landmacht 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 53