naar werd medegedeeld, ongeopend terug doen geven. Gezien de ondervinding te Rotter dam opgedaan, mocht dus worden aangenomen, dat Utrecht een gelijk lot wachtte, indien de verdediging hier niet zou worden opgegeven. Gp den O.L.Z., door wien na het vertrek der Regeering alleen de beslissing in deze allergewichtigste aangelegenheid moest worden genomen, rustte wel een bijna bovenmenschelijke verantwoordelijkheid. Hoe moeilijk het hem uiteraard ook viel, besloot de Generaal den strijd te doen staken, behalve door de troepen in Zeeland. Het bevel aan de ondercommandanten, om de wapenen neer te leggen en elk voor zich een parlementair naar den tegenover hem staanden Duitschen commandant te zenden, om dit besluit mede te deelen, ging 14 Mei te 16.50 uit. De Generaal achtte deze wijze van in verbinding treden met de Duitsche bevelhebbers echter later niet afdoende en besloot te trachten dit eveneens door middel van den Duitschen Gezant te bewerkstelligen. Deze werd te ongeveer 19.00 officieel met het besluit van den Opperbevelhebber in kennis gesteld. Daarna volgde, in overleg met de Duitsche Militaire attaché's, een mededeeling door Radio-Hilversum. Als gevolg daarvan verscheen den volgenden dag 15 Mei te 5.00 een Duitsch officier op het A.H.K., die het bericht bracht, dat de O.L.Z. te 8.20 Neder- landsche Tijd (10.00 Duitsche Tijd) bij de Maasbrug te Rotterdam werd verwacht. Na aankomst aldaar werd de Generaal met de hem vergezellende officieren (de chef van den staf van de landmacht, een adjudant van de zeemacht van den O.L.Z. en een kapitein van den Generalen Staf) naar den Duitschen Generaal der Artillerie G. von Küchler te Rijs- oord geleid. Deze vroeg den O.L.Z. of hij gerechtigd was om namens het geheele leger te spreken en of zijn bevelen zouden worden opgevolgd. Nadat Generaal Winkelman bevestigend had geantwoord, werden de voorwaarden voor de overgave punt voor punt voorgelezen. Tegen een enkele bepaling, namelijk dat de Nederlandsche vliegtuigbe manningen, die naar het buitenland waren uitgeweken, als franc-tireurs zouden worden beschouwd, heeft de Generaal bezwaren gemaakt, waarna deze werd gewijzigd. De onderteekening der capitulatievoorwaarden door Generaal Winkelman en Generaal von Küchler, vond 9.20 Nederlandsche Tijd (11.00 Duitsche Tijd) plaats. De teksten van het bevel aan de rechtstreeks onder den O.L.Z. ressorteerende comman danten, van de proclamatie, gericht tot de bevolking, alsmede van de „Voorwaarden voor de overgave van het Nederlandsche leger" (Duitsche tekst) zijn onderscheidenlijk in de bijlagen IV, V en VI opgenomen. 43

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 63