van de Maas, was toen reeds door den O.L.Z. bevolen. Te x 4,0° gelastte C.-Peeldivisie de overgangsmiddelen over de Maas te vernielen. Kort daarna werd overgegaan tot het aanbrengen van de versperringen en het uitvoeren der vernielingen tusschen Maas en Peel-Raamstelling. De bruggen bij Roermond, Buggenum en Venlo waren echter al, op initiatief van de plaatselijke commandanten, gesprongen, de brug bij Gennep viel in 's vijands handen, zonder dat het gelukt was deze te vernielen. De brug bij Mook en het gros der veerponten werden daarna ingevolge het bevel van C.-Peeldivisie opgeblazen. Te 3.5s Nederlandsche Tijd1) vond de grensoverschrijding plaats. De eerste schoten in den oorlog tusschen Nederland en Duitschland waren toen reeds lang gevallen. Te 1-45 nl. was in de Kapellerlaan te Roermond een schermutseling ontstaan tusschen een troep, die blijkbaar de opdracht had de voetbrug over de Maas te Roermond onbe schadigd in handen te krijgen en de vernielingsploeg van de verhakking in de Kapellerlaan. Deze troep was, in bedrieglijke, op Nederlandsche uniformen gelijkende, kleeding gestoken. De verraderlijke overval mislukte. De voetbrug werd te 3.30 vernield, terwijl bovendien de doorlaatbrug, welke op den Westelijken oever in den naar de voetbrug voerenden dijk is gelegen, om 4.00 tot springen werd gebracht. De beknoptheid dezer publicatie laat niet toe alle overvallen op de bruggen in het Oosten des lands uitvoerig te bespreken. Aangezien echter van den overval op de spoorbrug te Buggenum nog een drietal documenten zijn bewaard gebleven, zal op deze overrompeling iets nader worden ingegaan. Op de spoorlijn VlodropRoermondBuggenum waren geen noemenswaardige versperringen aangebracht, zoodat Duitsche treinen over het station Roermond konden doorrijden tot de spoorbrug over de Maas bij Buggenum. Er moest derhalve den Duitschers wel veel aan gelegen zijn, deze spoorbrug onbeschadigd in handen te krijgen. Bij het aanbreken van den dag, omstreeks 3.00 uur, bevonden zich bij het Oostelijke uiteinde dezer brug een wacht van drie korporaals van het detachement politietroepen, hetwelk mede met de bewaking dezer brug was belast, zoomede een sergeant van dit onder deel, die aldaar, in verband met de veiligheid, nog eenige maatregelen moest treffen. Na overleg met den commandant op den Westoever, werd besloten een kolentrein, welke nog uit Roermond moest arriveeren, niet meer te laten passeeren en de spoorweghekken te sluiten. Nauwelijks was men hiermede gereed of er naderden uit Oostelijke richting langs de spoorbaan een aantal burgers, gekleed in overalls, met pet op, voorzien van pikhouweelen en schoppen. De sergeant gelastte hun vóór de spoorweghekken halt te houden en liet een hunner, met in acht name van de noodige veiligheidsmaatregelen, ter controle naar Met betrekking tot de tijdrekening kan het volgende worden vermeld. Op 10 Mei 1940 was in ons land nog geldig de wettelijke Nederlandsche Tijd; eerst met ingang van 19 Mei 1940 zou de Nederlandsche Zomertijd worden ingevoerd (K.B. van 9 Maart 1940, No. 381). Normaal verschilde de wettelijke Nederlandsche Tijd met den in Duitschland geldenden Middemuropeeschen Tijd 40 minuten (Amsterdam 12 uur, Berlijn 12.40) aangezien echter reeds vóór 10 Mei in Duitschland de zomertijd was ingevoerd, bedroeg dit verschil op dien datum 1 uur 40 minuten. De inval vond derhalve plaats te 3.55 Nederlandsche Tijd, 5.35 Duitsche Tijd. Met ingang van 16 Mei 1940 werd, op last van het opperbevel der Duitsche bezettingstroepen, het tijdsverschil opgeheven en in ons land de Duitsche Tijd ingevoerd. Alle in deze publicatie vermelde tijdstippen zijn gerekend volgens den op 10 Mei 1940 geldenden wettelijken Nederlandschen Tijd. 51

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 71