De algemeene opdracht was ook hier het vaststellen en melden van de grensoverschrijding, alsmede het vertragen van 's vijands opmarsch, o.a. door het stellen van versperringen en het uitvoeren van vernielingen ten Oosten van de Maas, benevens zorg te dragen dat de overgangsmiddelen over het Julianakanaal en de Maas niet onbeschadigd in 's vijands handen zouden vallen. Algemee ne vernietiging der troepen moest worden voorkomen, waartoe zoo noo- dig op Belgisch grondgebied moest worden uitgeweken. Nadat op 9 Mei groote be- drijvigheid onder de Duitsche troe pen aan de grens had 'geheerscht, overschreden deze in het gebied van den T.B.Z.L. op 10 Mei tus- schen 3.15 en 3.30, derhalve vroeger dan in het gebied van den T.B.N.Br. (zie blz. 51), de Nederlandsche grens. De aanvaller had inmiddels ook hier verschillende, hiervoren reeds gedefinieerde, „krijgslisten" toegepast. Zoo waren in den nacht van 9 op 10 Mei op onderscheidene plaatsen op Nederlandsch grondgebied verdachte personen gesignaleerd, die Nederland sche troepenonderdeelen trachtten te overrompelen en op dezen het vuur openden. Voorts heeft men getracht objecten ten Oosten van de Maas en bruggen over het Julianakanaal onbeschadigd in handen te krijgen. Bij dit alles werd eveneens een ruim gebruik gemaakt van burgerkleeding en uniformen, gelijkende op die van de politietroepen, zoomede van motorrijders op motoren met oranje nummerplaten. Een en ander werd echter slechts ten deele bereikt. Sterke formaties vliegtuigen hadden de Belgische kazerne te Lanaeken, aan het Albert- kanaal, gebombardeerd, valschermjagers waren neergelaten o.a. op het bekende verde digingswerk EbenEmael en hadden de overgangen over dit kanaal bezet. De geboden tegenstand, de gestelde versperringen èn uitgevoerde vernielingen, konden den opmarsch der Duitsche troepen slechts korten tijd vertragen. Te 4.00 bevonden zich reeds 20 motorrijders bij de zinkwitfabriek te Wijk, de eerste af deeling pantserwagens bevond zich in deze plaats te 6.00. De drie Maasbruggen te Maastricht konden nog tijdig worden vernield. De St.-Servaas-, de Wilhelmina- en de spoorvoetbrug werden kort na elkaar, resp. te 6.05, 6.12 en 6.20, tot springen gebracht. Tengevolge van den snellen opmarsch der Duitschers waren geen troepen op den Weste- 60 Betonnen kazemat, een zoogenaamd „stekelvarken", bewapendmet één lichte mitrailleur. Links, in het midden en rechts de drie schietgaten, (Schin op Geul, Zuid-Limburg). 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 80