voor de commandovoering ingedeeld in twee Groepen, namelijk de Groep Groningen (twee bataljons (Bats.) onder C.-36 R.I.) en de Groep Assen (drie Bats. onder C.-33 R.I.). De scheidingslijn tusschen deze Groepen liep ongeveer Oost-West langs den Noordkant van Assen. De verdediging zou worden gevoerd in een tweetal achter elkander gelegen lijnen, namelijk in de O. lijn en in de Q. lijn. De O. lijn liep dicht langs de grens; in deze lijn waren gelegen de opstellingen, welke door de IIe Bataljons na de verzending van het telegram O. zouden worden bezet (blz. 7). De Q. lijn lag ongeveer 20 tot 40 km West van de O. lijn. Een grendellijn, loopende van Zwartsluis, achter het Meppelerdiep en de Hoogeveensche Vaart, tot de Q. lijn, sloot het gebied aan de Zuidzijde af. De verdediging hiervan was opgedragen aan een bataljon van de Groep Assen. Het zal duidelijk zijn, dat hier nergens sprake kon zijn van een aaneengesloten vuurfront, Zelfs niet als de Q. lijn werd verdicht met de uit de O. lijn teruggetrokken onderdeelen. Door het uitvoeren van vernielingen en het vormen van plaatselijke weerstandskernen op de belangrijkste toegangswegen, kon hoogstens een vertraging van den vijandelijken opmarsch worden bereikt. Op enkele plaatsen, die daarvoor het meest in aanmerking kwamen, waren die weerstandskernen versterkt door den bouw van kazematten. Evenals voor de overige grenstroepen, was ook voor de troepen van den T.B.F., van 10 Mei 3.00 af, de volledige graad van strijdvaardigheid gelast, terwijl in den avond van 9 Mei de door den O.L.Z. uitgezonden waarschuwing „Weest derhalve hedennacht bijzonder op Uw hoede" was ontvangen. Aan de grens werd 's nachts op verschillende plaatsen groote bedrijvigheid op Duitsch gebied waargenomen, zooals paardengetrappel en verschillende andere geluiden als van neergeworpen hout en ijzer. Ditmaal zou het dus wel eens ernst kunnen worden! Te 3.30 was het dan inderdaad zoover. Van De Haandrik, Zuid van Coevorden, tot Ter Apel werd de grens overschreden door lichte troepen, bestaande uit wielrijders en cavalerie, waarbij artillerie en pantserwagens. Deze troepen behoorden tot de reeds vermelde ie Cavaleriedivisie, onder bevel van Generaal-Majoor K. Feldt. Later bleek, dat de hier ingezette actie kennelijk den hoofdstoot vormde, terwijl een nevenstoot plaats vond in Noord-Groningen over Nieuwe SchansWagenborgen. Tusschen Ter Apel en Nieuwe Schans vond geen grensoverschrijding plaats. Te Nieuwe Schans stoomde zt 3.15 een pantsertrein binnen en beschoot de stad. De trein kwam evenwel later tot stilstand voor de juist opgeblazen brug over het Buiskooldiep, West van Nieuwe Schans. Toen het bevel „vernielen" doorkwam, waren vele ondercommandanten reeds op eigen initiatief tot de uitvoering van vernielingen overgegaan. Als gevolg hiervan werden echter op vele plaatsen de telefonische verbindingen verbroken, waardoor de bevelvoering zeer werd bemoeilijkt en vele commandanten het overzicht over hun verspreide onderdeelen verloren. Het te 6.00 uitgegeven bevel, uit de O.lijn op de Q.lijn terug te trekken, bereikte dan ook vele onderdeelen niet. Deze waren echter reeds voor een groot deel naar deze lijn teruggedrongen. De hoofdstoot in het Zuiden, met het zwaartepunt op Noord- sleen, rolde daar reeds de Q.lijn op. Een luitenant met slechts twee man, bewapend met een lichte mitrailleur, wist evenwel bij Odoornerveen een sterke cavalerie-afdeeling van ongeveer 500 a 1000 man gedurende meer dan een uur op te houden, waardoor eigen troepen gelegenheid kregen terug te trekken. Aangezien de Noordelijke troepen dreigden te worden afgesneden, gaf de T.B.F. d= 10.30 het bevel uit: „de Groep Groningen trekt terug achter de Wonsstelling en de Groep Assen houdt zoo lang mogelijk stand om dezen terugtocht 70

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 90