HOOFDSTUK IV.
DE OPERATIEN VAN HET VELDLEGER.
INLEIDING.
i. Samenstelling, taak en paraatheid van het veldleger.
a. Samenstelling
Het Veldleger (V.Lr.) was sinds zijn oprichting op i October 1907 bedoeld als operatief
orgaan van de landmacht; als zoodanig zetelde in het V.Lr. de grootste kracht van onze
krijgsmacht en vormde het den voornaamsten factor in onze landsverdediging. Het moest
in den oorlog daadwerkelij k onze neutraliteit verdedigen en was bestemd om den beroemden
„eersten stoot" op te vangen en stand te houden tot eventueele bondgenooten ons te hulp
zouden snellen. Helaas is die „eerste stoot", zooals trouwens te verwachten viel, zóó hard
aangekomen, dat er niet veel „op te vangen" viel en ons land reeds onder den voet was
geloopen, alvorens effectieve bondgenootschappelijke hulp uitkomst kon brengen. De
troepen, welke gedurende de mobilisatie en den oorlog onder bevel van den C.V. waren
gesteld, zullen gemakshalve worden aangeduid als het V.Lr., ofschoon zij niet alle organiek
tot het V.Lr. behoorden.
Onmiddellijk vóór 10 Mei ressorteerden onder het V.Lr.:
Hoofdkwartier van het Veldleger (H.K.V.);
Verbindingsafdeeling van het H.K.V.
2e Luchtvaartregiment;
Autoregiment;
Compagnie Motorrijders;
Pontonafdeeling van het H.K.V.
15 RA.
18 R.A. verdeeld over de groote eenheden;
19 R.A.
a. onder bevel van C.-Peeldivisie,
Grenstroepen b' °nder bevel van C-"Brigade B>
j c. onder bevel van C.-Brigade A,
d. onder bevel van den T.B.O.;
II L.K.;
III L.K.;
IV L.K.;
Brigade A. (Brig. A.);
Brigade B. (Brig. B.);
Brigade C. (Brig. C.);
75