97 hun bevelhebber Hieronymus Albert van Merode, graaf van Thiant, overleed kort na aankomst te Cadix (1). Reeds geruimen tijd vermoedde men vijandelijke handelingen tegen Vlaanderen. In den nacht van 11 op 12 Februari drong een vijandelijke partij tot St. bruis door en eischte van de Magistraat te Sluis de levering eener groote partij haver, hooi en stroo, zijnde „een pure en ongepracti- „seerde nieuwigheid". Aangezien het zwakke garnizoen van Sluis gemak kelijk kon overrompeld worden, kwam veiligheidshalve een fregat in het Sluissche Gat te liggen. Dit was te meer noodig, omdat de meestal met Vlamingen bemande Fransche kapers hunne nabijheid duchtig lieten merken, in weerwil van de oppermacht der Britsche en Nederlandsche vloten; een vijandelijke onderneming op Wijk aan Zee kon verijdeld wor den. 't Was echter duidelijk, dat men in Vlaanderen over eenige samenge trokken troepen moest kunnen beschikken. De meeste garnizoenen toch waren zwak bezet, hunne magazijnen niet behoorlijk voorzien. De soldaten der vijf Staatsche regimenten te Nieuwpoort ontvingen ter aanmoediging, even als in het vorige jaar, een wekehjkscbe toelage van 4 stuivers; de Spaansche regeering voorzag het magazijn aldaar met „5000 L de salpetre, „700 L desoufre, 150 L d'antimoine, 8 tonneaux d'harpuys, 10 tonneaux „d'agnet, 60 Vé de la terepentine, 40 U de la resine, 3000 boniets de canon „a 24 U, 1000 a 12 U, 3000 a 10 U, 3000 a 5 U, 3000 a 3 U, 2000 a 1 U „et demy, 4800 al U"alles betrokken uit de Republiek (2). Hertog Johan Adolf van Holstein-Ploen, gedurende afwezigheid van Willem III opperbevelhebber der Staatsche troepen, vertrok op 17 Maart, na orde gesteld te hebben langs de Maas, naar Mechelen, ter bespreking met de generaals „wat het best ende profitabelste voor t' gemeene best „sal wesen". Hij vond de artillerie in goeden staat. „De Trouppes aen „het bewegen zynde en een leger in Vlaanderen geformeerd werdende" verzocht de hertog een goede somme gelts tot verval van alle voorvallende „oncosten" aangezien alleen door Overijssel een som van £10.000 op de legerlasten was gestort. Hij kreeg alvast 5000 uit de legerlasten „tot „het houden van secrete correspondentie en 't inhaalen van kondschap- »pen uit s Vyands land Voor de Troepen van het veldleger wees de hertog dusdanige kantonnementen aan, dat ze binnen korten tijd konden samengetrokken worden, hij vestigde te Meere bij Vosselaer zijn hoofd kwartier. len bewijze, dat de koning spoedig bij het leger verwacht werd strekten de maatregelen tot ontvangst der gardes du corps te Woudrichem en in het land van Altena (3). Mocht t in Vlaanderen tot „een treffen" komen, dan zou de verpleging van gekwetsten zeer moeilijk vallen wegens de ontstentenis van medica menten en hospitaalbedienden, evenzeer van geld, hetgeen den Raad van State de verzuchting deed slagen„dat haer Ho. Mo. en de provinciën ®eor4 Iles' S,G' 9 Februari, Res. S.G. 28, 29 Maart, 4 Augustus, 3 September 1695. 5' V' SJ" 12'16' 25 Fcb™am 25 Maart, 12, 13, 15 April, Res. S.G. 2, 19 April 1695. (3) Res. R. v. St. 18, 22, 30 Maart, 1.3, 19, 27 April, Res. S.G. 9, 14 April, 21 Mei 1695.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 111