105
kans zag om door leeningen aan geld te komen en daarom den ontvanger-
generaal opdroeg zulks „op zijn particulier credit" te bewerkstelligen.
Ook te Hoei ging men gebukt onder geldzorgenaldaar had de verkoop
van magazijnsvoorraden van bedorven kaas en spek aan den meest
biedende niets opgebracht (1).
Over geldgebrek zou niet te klagen zijn geweest als de provinciën ge
zorgd hadden voor prompte betalingen in de legerlasten. „Naerdemael de
„lasten van dese veldtocht uytermate hoogte loopen, en een seer groot
„getal krijtende schulden nogh te betalen staen, soodanigh dat onder
„anderen de Ingenieurs, bedienden van de Artillerije ende diergelycke
„soorte van Luyden noch niet meer ontfangen hebben dan een ofte twee
„maenden van haren dienst, schoon zy haer leven geduyrende het voor-
„gemelte Belegh by alle voorvallen gewaegt" bezwoeren gecommitteerden
van de Staten-Generaal en den Baad van State Hunne Hoog Mogenden
om de provinciën ernstig te vermanen tot het zuiveren, harer quoten.
De nalatigheid sproot voort uit verschillende oorzaken. Zoo weigerde
Zeeland omdat de niet-equipeerende provinciën de beurs gesloten hielden
voor de zaken van de zee. De petitie van 15 Augustus 1693 ad 1.375.000
tot aanschaffing van geschut, ammunitie en affuiten was zonder gevolg
gebleven; op de bij resolutie van 14 April 1695 gevraagde machtiging om
deze som te negotieëren consenteerde Holland voor het geheel, Friesland
tot 1 millioennogmaals verzochten Hunne Hoog Mogenden om de con
senten van de andere bondgenooten. Voor 't oogenblik moest over de
volgende sommen beschikt kunnen worden
voor verschillende schulden, tijdens het beleg gemaakt600.000
voor de herstelling der werken van Namen en voorziening
der magazijnen „soo men een conquest met spillerije van
,,soo veel geit ende bloet gewonnen, niet in gevaer wil laten
„van door de vijandt overrompelt ende hernomen te wer-
„den" overigens van Spanje terug te vorderen, minstens 400.000
voor recruteering en monteering, minstens400.000
Samen 1.400.000,
voorts „pro memorie een bijdrage „tot recruteringe van het notabel corps
„Brandenbi rgsche Trouppen, dat dese campagne onder de ordres van
„hoogstgedachte Syne Majesteijt heeft geageert". Ten einde 't de provin
ciën gemak 'Mij k maken, wenschten Hunne Hoog Mogenden de 1.400.000
te vinden bij wege van negotiatie tegen dubbele interest (voor rente en
aflossing), terwijl de 1.375.000 voor de helft door de provinciën, voor de
andere helft door de generaliteits-landen moest worden opgebracht. Op
het voor recruteering en remonteering aangevraagde bedrag ad 400.000
kwam 113.951-11 te kort, welke som eveneens tegen dubbele interest
werd genegotieerd. Aangezien de negotiatie „langsamer voortgongh dan
(1) Res. R. v. St. 2 December 1695, Seer. Res. S.Q. 9 Maart 1696.