113
mocht geen naden hebben en moest ruim 2 ellen breed zijn, nieuwe pre-
sennings moesten twee- of driemaal geverfd worden; men kon ze tegen 13
stuivers de el koopen te Dordrecht, waar ook de koorden, singels en stik
lijnen verkrijgbaar waren. De te Luik bestelde bommen bleken bij onder
zoek door Wuesten niet overeenkomstig model en kaliberherkeuring ge
schiedde door den meester-vuurwerker Pieter Geelraad. Holland ver
strekte 71000 'té pulver en een aantal affuiten tot lange 12 'téers. Besteld
werden: 100 stormladders, een groote partij lichtkogels om uit houwitsers
en uit de band te werpen, 200 Priesche ruiters, benevens eenige schootvrije
stormhoeden en borststukken; bij het door den kommies Johan Bull
gehouden onderzoek bleken de beste van laatst bedoelde soorten te nau-
wernood schootvrij tegen het pistool (1).
In Januari moesten te Namen 600.000 rations haver en hooi worden
opgelegd voor de paarden van het garnizoen en van het korps „tot dekking
„van die importante plaats daar omtrent te camperen"; immers, Dinant
was in 's vijands handen. Voor de levering der fourage waren gegadigden
slechts te vinden bij „positive toezegging van gereede betaling", zoodat
de Raad van State toevlucht moest zoeken bij Machado en Pereyra,
die 12 en een halve stuiver per ration vorderden; in April kwam de Raad
eenigszins voordeeliger terecht bij Guillaume Moreau en Gabriel
David. De aanvoer zou voldoende veilig te water kunnen geschieden
zonder genoodzaakt te zijn om met den vijand overeen te komen over
wederzijdschen waarborg van vrij transport waarbij moeilijkheden
niet uitbleven met de Maas-schippers, die vooraf betaling eischten van
het vervoer naar Namen van „1000 bomben van 50 H steen en 1000
„geslage bussen tot deselve". Aan het verlangen van den Raad van State
om het garnizoen aldaar van twee heeremaanden soldij extra te voorzien
„ten einde ons niet verlegen te vallen in cas van onverhoopt beleg", was
in Maart door Friesland, ten behoeve van het regiment van Gideon
van Coehoorn en van 2 Brandenburgsche bataljons, nog niet voldaan;
bovendien had de provincie zoodanige verandering in de wijze van beta-
ling gebracht, dat zelfs de loopende soldijen onbetaald bleven (2).
Op verzoek van den keurvorst van Beieren had de hertog van Holstein-
Ploen 10 regimenten infanterie uit Maastricht en andere plaatsen tot
dekking van Namen aangewezen. Op een nader verzoek van den keurvorst
vestigde de hertog bij Maeseyck een kampement van 15 regimenten infan
terie, samen 7500 man, 3 eskadrons dragonders en 20 escadrons ruiters,
samen 3000 paarden, onder bevel van luitenant-geraal t'Serclaes de
Tilly; op 10 Maart werd deze macht verplaatst naar Ath, den volgenden
dag naar Herblay. De hertog zag het nut van deze handeling geenszins
in; integendeel, hij wenschte hen weer terug in de garnizoenen „om te
gemakkelijker te bevorderen de completering der compagniën, aan soin-
(1) Res. R. v. St. 24 Februari, 7, 16, 19, 22 Maart, 16 April, 1, 19 Mei 1696. Presennings
zijn dekkleeden van gekeerd zeildoek.
(2) Res. R. v. St. 21, 25, 30 Januari, 2, 9, 14 Maart, 6 April, Res. S.G. 10 Maart 1696.
VII