131
pagnieën, samen 2UU0 man van Cell, de officieren inbegrepen; subsidie
75.000 ecus. Reeds in Mei gingen deze korpsen op marscli, hoewel de
uitwisseling der ratificatiën pas op 13 September geschiedde. Het tweede
tractaat, op 4 Juni met Sleeswijk-Holstein-Gottorf gesloten, betrof
1 regiment garde te paard van 500-, 2 regimenten infanterie ad 880-,
samen 2260 man, welke tevens begrepen waren in het verplichte Rijks
contingent; subsidie =75.000 „ecus monnoije de Hollande". Dit korps
voegde zich in Mei bij de voormelde troepen. Verschaffing van brood en
fourage was voor rekening der vorstenkwamen de troepen naar de Maas,
dan voor die van Groot-Brittannië en de Republiek (1).
Op 27 Mei, dus kort na het vertrek van laatstgenoemd korps, viel een
Deensche macht in Holstein. Groot-Brittannië en de Republiek „getreden
„sijnde in nauwe engagementen, waarvan het but voornamentlijck is
„geweest, boven een mutuele defensie, de conservatie vande ruste inde
„noordergewesten, opdat Syne Majesteyt van Groot-Brittannië ende
„haar Ho. Mo. nevens hare Geallieerden daardoor te bequamer souden
„wesen om den oorlogh tegen Vranckrijck te voeren ende de saken in
„staet te brengen om tot een goede en versekerde vrede te geraken" zagen
in het optreden van Denemarken een diversie in faveur van Vranckrijck"
en brachten zulks in een ernstig vertoog koning Christiaan V onder 't oog.
Evenwel lieten zij de Denen de Holmer- en Storker-schansen slechten en
dreigden, alleen als er meer gebeurde, met het zenden van een eskader.
Tegen mogelijke Deensche aanvallen op de terugkeerende Holsteinsche
troepen, was het noodzakelijk om een „concert van forces te emploijeren
„tot voorcominge van feijtelijckheden", welke zouden bestaan uit 6000
/weden, 3000 man te voet en 1000 te paard van Brunswijk-Luneburg,
terwijl Groot-Brittannië en de Republiek zich verplichtten met de zending
van „een matigh getal van schepen van oorlogh". Terstond na den tijdens
de vredesonderhandelingen gesloten wapenstilstand trokken alle contin
genten naar hunne ververschingsk war tieren. In October verlieten de
Holsteinsche troepen hunne standplaatsen aan den Rijn om uit de Neder
landen huiswaarts te keeren (2).
Tegen de Turken traden de Duitschers zegevierend op. Prins Eugenius
van Savoije, keizerlijk generaal-veldmaarschalk versloeg hen op 11 Sep
tember bij Zenta, ten noorden van Peterwardein (3).
Op 27 Juni 1696 overleed koning Johan III Sobieski. De Polen moes
ten een nieuwen koning kiezen. De keuze der meerderheid, die den Fran-
schen belangen was toegedaan, viel op Francois Louis de Bourbon-
Conti, kleinzoon van den in 1646 overleden prins Hendrik II van Condé.
De minderheid koos keurvorst Frederik August van Saksen. Hij ver
zaakte den Lutherschen godsdienst,ging over tot denRoomsch-Katholieken,
(1) Seer. Res. S.G. 21 Januari, 4 Februari, 13 Maart, 19 April. 15 Juni, 10. 13 September,
Res. S.G. 22 Mei 1697.
(2) Seer. Res. S.G. 4, 8, 15, 26 Juni, Res. S.G. 8 Juli, 3, 25 October 1697.
(3) Res. S.G. 21 September 1697.