144 wing door den koning had van 2 tot 4 September nabij Arnhem plaats (1). Na afloop verwisselden eenige korpsen van garnizoen. Zoo keerde het regiment Swansbel, onder luitenant-kolonel Palm, niet naar Hulst terug, maar werd verspreid over Brielle, Hellevoetsluis, Willemstad en Klundert; de Magistraat van Hulst en Hulster-ambacht „bedugt zijnde dat veel „Vlaemsche soldaaten, waervan een groot getal sig in de compagnyen „bevonden, door een afkeerigheit vande zee, op de marsch met geweer „en al, tot groote schaede vande capitainen zouden commen te deser teren" had bij het vertrek uit Hulst zes schepen ter beschikking gesteld, die op 24 Augustus onderzeil waren gegaan en, tengevolge tegenwind, vijf dagen later genoodzaakt waren de mannen bij St. Andries aan wal te zetten; na de revue kostte het transport „vande hagagie, vrouwen en kiriders" 162 aan scheepsvrachten. Het regiment St. Amant keerde niet naar Nieuwpoort terug, doch moest naar Zwolle; de scheepsvracht voor het transport van bagage, vrouwen en kinderen werd berekend tegen daggeld. Beide regimenten waren, met dat van brigadier Sparee, aangewezen voor den dienst der mariniers. (2). In tegenstelling met vorige wapenschouwingen, waarbij de troepen op een zelfde plaats samentrokken, moesten zij zich, na 's konings weder komst in 1700 uit Engeland, voor een enkelen dag in drie verschillende plaatsen bevinden, als op 7 September te Breda voor 13 eskadrons en 4 bataljons uit Breda, Gorinchem, Woudrichem, Heusden en Geertruiden- berg; op 8 September te Bergen-op-Zoom voor de troepen aldaar; op 10 September te Grave voor 3 eskadrons en 7 bataljons uit Grave, 's-Her- togenbosch, Tiel, Bommel en Maastricht. Op 26 Januari 1699 maakte de vrede van Carlowitz, onder bemiddeling van Groot-Brittannië en de Republiek, een einde aan den oorlog tusschen keizer Leopold en sultan Mustapha II. De keizer, die zich het bezit verzekerd zag van Zevenburgen, Slavonië en Hongarijë, toonde zich aan den Nederlandschen gezant Jacobus Colyer dankbaar door de ver leening van twee grafelijke commissies, een van wege het Heilige Roomsche Rijk, een van Hongarije. De Staten-Generaal vergunden het aannemen er van (3). De door de Franschen bevorderde tweespalt tusschen de Duitsche vorsten bleef voortduren. De instelling in 1692 van het 9e keurvorstendom Hannover, waar George Lodewijk zijn op 3 Februari 1698 overleden vader Ernst August opvolgde, ondervond door de Fransche kuiperijen nog steeds tegenstand bij de bisschoppen van Wurtzburg en Munster, de hertogen of vorsten van Saksen-Gotha, Brandenburg-Qulmbach, Branden- (1) Een lijst der troepen is te vinden in de Europisehe Mercurius van 1699. (•2) Res. S.G. 15, 30 Juni, Res. R. v. St. 20, 29 Augustus, 13 September, 1 October, 27 No- vember 1699. (3) Seer. Res. S.G. 26 Februari 1698, Res. S.G. 7, 12 Februari, 25 Augustus, Seer. Res. S.G. 11 Februari 1699, Res. S.G. 29 Maart 1700.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 158