156 „synen van de generaliteit ontledigt, het meeste gedeelte van de voorraad, „die tot Maastricht was, geconsumeert, en seer vermeerdert hadde de „schuldt vande generaliteit by de provincie van Holland, wiens maga zijnen gedurende den oorlog, voor de gesamentlijke bondgenoten hadden „open gestaensoo dat het voors. genegotieerde capitaal genoegsaam geen „ander employ heeft konnen hebben als om, door betaling van een ge deelte der gemaakte schuit, bij de provincie van Holland, nieuw credit „te mogen vinden, inmiddels de magasijnen uytgenoomen dat van Maas tricht, even onvoorzien gebleven zijn". De aangevraagde som is „geen- „sints geproportioneert met het algemeen gebreck, en dat een vrij groter „somme soude werden vereischt, indien maar ieder vande frontieren „soberlijck soude werden geprovideert van canon en affuiten, geweer, „kruit, loot, lonten, graeffgereetschappen en veel andere krygsbehoeften, „die tot een magasijn behoren, om niet te spreeken van een veld artillerije, „en haar gevolg, die immers niet soude konnen werden gemist, als de „Staat 't enigertyd soude mogen goedvinden, of genootsaakt werden „trouppes te velde te trecken". Ad b. Bij petitie van 15 Januari vroeg de Raad van State twee millioen tot voortzetting van de fortificatiën op het fonds waarop 4 millioen in 1668 waren genegotieerd, benevens de£ 2.940-836-13-4 uit kracht der resolutie van 30 Juli 1698. Op 2 September waren de 2 millioen uitgegeven en „in den arbeid gesmolten", terwijl nog honderdduizenden te kort kwamen om de onderhanden werken vóór den winter te voltooiende Raad vroeg thans 1.059.163-6-8 (1). Ad c. Ter voorziening van de zeemacht strekken eenige in Bijlage I ver melde petities. De Staten van Zeeland beloofden voor betaling hunner quota te zullen zorgen, onder voorwaarde „dat ingevalle de andere pro vinciën niet mede hare quote tot de zaken van de zee quamen te fur- „neren en te zuijveren, dat de hooggemelte Staten, de zaken van de zee „niet kunnende geabandonneert laten, genootsaakt zouden werden zoo- Veel doenelyk zorge daar voor te dragen, ende daartegen wederom in „te houden hare quote in petitien tot nadere respecten". De bondgenooten stoorden zich weinig aan de Zeeuwsche bedreiging, met gevolg dat de provincie zich onttrok aan de behoorlijke betaling van nieuwe op hare. repartitie gestelde compagniën (2). Ad d. De vermeerdering van het leger vorderde voorloopig, bij petitie van 31 Januari, een aanvraag van 996.525 voor recruteering met 13320 man „soo het gemeen seggen dat men sig ten oorlog toerusten moet om vreede „te behouden oyt plaats gehad heeft, wij meinen dat het jegenwoordig is". Op de Spaansche Nederlanden als „een seer voornaam gedeelte van haar (1) Voor bijzonderheden zie Hoofdstuk VIII. (2) Res. S.G. 26 Februari, 21 April 1701.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 170