159 transport 697.407 gerekend op 3 maanden10.068-6 voor spiondiensten „soo er geld met nut besteed word in tijden als jegenwoordig, tis het geld dat besteed word om geinformeert te wesen van het geen er omgaat in de na- „buurige quartieren: en menig Prins en Staat hebben sig „over haar spaarsaamheid omtrent dat stuck te laat be klaagd" (1)30.000 voor traktement van 1 generaal-majoor van 3 brigadiers, die na den dood van den koning van Spanje in de Zuidelijke Nederlanden bevel voerden12.000 749.475-6. In afwachting der tot standkoming van de legeruitbreiding nood zaakten de omstandigheden om de frontieren, zij 't met onvoldoende strijdkrachten, te bezetten. Een bespreking van den raadpensionaris Heinsius met veldmaarschalk Walrad van Nassau-Sarbrücken, de generaals Athlone, Coehoorn en Dopff voerde tot troepenverzamelingen in Brabant onder den veldmaarschalk, in Gelderland onder Athlone, in Vlaanderen onder den hertog van Wurtemberg, te Maastricht onder Dopff. Men besteedde de noodige zorgen aan de samenstelling van artille rie-treinen; de equipage-meester Govert van Wesel kreeg last „dat hij „over dag over nagt doe werken aan de ponten, paardaken en vliegers, „gedestineert tot de schipbrug over de Maas te Grave"; 's lands apotheker Francois Kiggelaar had de inrichting te verzorgen van 50 medicijn kisten voor het voetvolk, 35 voor de cavalerie, 2 voor den chirurgijn- generaal, 2 voor den doctor en 2 voor den chirurgijn der artillerie, 2 voor apothekers in de hospitalen. De betaling van deze nieuwe legerlasten vorderde de indiening dd. 28 Juni eener suppletoire petitie van£ 1.000.000, berekend tot einde October, wanneer men hoopte de troepen weder naar hunne garnizoenen te kunnen zenden. De voornaamste posten betroffen verder: veldtraktementen voor de generaals en de hoofdofficieren der infanterie, gewone traktementen voor de hoofdofficieren der cavale rie* die in vredestijd niets genoten voor adjudanten van generaals en voor regimentsstaven; verhoogde soldij van 13 tot 13-10 met 2 plaat sen van gratificatie voor 6 bataljons Zwitsers, omdat aan hen geen ver goeding voor wagens werd uitgekeerd; wagengelden voor de troepen te voet; betalingen voor de extra officieren en bedienden van de artillerie, voor de bedienden van den krijgsraad, den provoost-generaal en zijn volk, voor predikanten, ingenieurs, wagenmeester-generaal met zijn personeel, de commiezen van de schepen, van de vivresenden kapitein van de ponten met zijne officieren en pontgasten; voor het hospitaal, de bedienden en de medicamenten; voor aanschaffing van broodwagens en artillerie- (1) Zie Aanteekening N° 36.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 173