A. HET EERSTE JAAR VAN DEN NEGENJARIGEN OORLOG. HET GROOTE VERBOND. GEVECHT BIJ WALCOTJRT. INNEMING VAN BONN. Zoadra prins Willem III van Oranje er zeker van was, dat de kroon van Engeland aan hem en zijne gemalin zou worden aangeboden, aan vaardde prinses Maria de reis op 's lands oorlogschip „Vrieslandt", onder geleide van den vice-admiraal Philip van Almonde. De begeleidende schepen bleven, in afwachting van gunstigen wind, niet bij elkander; op 20 Februari 1689 zeilde de Vrieslandt zonder geleide uit en landde twee dagen later te Greenwich, van waar de Prinses zich naar V hitehall begaf (1). Op '28 Februari bood het vereenigde parlement aan het vorstelijk echt paar, als blijk van bet, vertrouwen des volks, de kronen aan van „Enge- landt, Vranckrijck en Yrlandt, mitsgaders van alle de Domeijnen daer „van dependerende'Prins Willem aanvaardde, ook namens zijne ge malin, het aanbod. De nieuwe koning verhief eenige vreemdelingen in den Britschen adel, als prins George van Denemarken, echtgenoot van prinses Anna, de zuster van de koningin, tot hertog van Cumberland, graaf van Kendal, baron van Ockingham; generaal Frederik Armand van Schomberg tot hertog, markgraaf van Harwich, graaf van Brentford, baron van Teijes, tevens tot ridder van den Kouseband, generaal van het leger, grootmeester der artillerie en van de ordonnantiën; Hans Willem Bentinck (2) tot graaf van Portland, markgraaf van Woodstock, baron van Circenster, tevens tot eersten edelman van de „Bedchamber". De admiraal Arthur Herbert werd verheven tot graaf van Torrington, baron van Torbay; de generaal John Churchill tot graaf van Marl borough, terwijl Hendrik van Nassau-Ouwerkerk een benoeming kreeg tot groot-stalmeester des konings, Willem Frederik van Xassau- Zuylenstein tot groot-stalmeester der koningin. Op 21 April had de kroning plaats. Met de Ieren en Schotten liepen de zaken minder vlot van stapel. Jacobus II had Richard Talbot, graaf van Tyrconnel, tot onderkoning van Ierland aangesteldaldaar weigerden slechts drie, door protestantsche aanhangers van Willem III bezette steden zijn gezag te erkennen: Coleraine, Inniskillen en Londonderry. In Schotland waren op 31 Maart Hunne Majesteiten wel is waar als koning en koningin uitgeroepen, maar de bevolking bleef in twee partijen verdeeld (3). De kroning (1) Res. S.G. 3, 6, 10, 22 Februari 1689. (2) Zoon van den kolonel der cavalerie Hendrik Bentinck, heer van Diepenheim. (31 Zie Aanteekening N° 1.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 17