184 „den Coningh van Vranckrijck zynde gevolght, niet sonder reden geap- „prehendeert wordende periculen ende swarigheden, die desen Staat over „het hooft hangen, waertegen naest Godt anders geen remedie sijnde als „sig te stellen in een aansienlijck ende suffisant postuer van defensie". Daartoe was't noodzakelyk om alle troepen en nieuwe wervingen „com- „pleet te houden met effective combattanten in rijen en gelederen, soo die „volgens d'ordre van 't Landt syn gereguleerdt, sonder door separate „cassatie of reductie de crygsmagt van den Staet te verswacken, ende de „andere provintien te verongelijcken, gelijck wy geinformeert werden, „sulx by enige ondernomen te sijn". Ook drong de Raad op ernstige wyze aan om gelden beschikbaar te stellen voor aankoop en gieten van geschut en materiaal. De vermeerdering van het leger bevatte volgens den extra-ordinaris staat van oorlog arecruteering van alle compagnieën by de ruitery met 22-, de dragon ders met 81-, de infanterie met 16 man. Aangezien de recruteering bij de troepen in Engeland niet kon geschieden, kregen de 82 compagnieën infanterie te Maastricht bovendien 40 recruten, terwijl werden aangeno men 3 nieuwe compagnieën ruiters en een regiment van 8 compagnieën dragonders b: 3000 man infanterie, als 47 compagnieën tot versterking der regi menten, 36 compagnieën voor 3 nieuwe regimenten, 8 compagnieën zon der regimentsverband c: 50 nieuwe compagnieën tot versterking der regimenten cavalerie; dsubsidie-troepen, als hiervoor is opgegevenbovendien een regiment van 6 compagnieën ruiters van Graaf Frederik Adolf van der Lippe, een dito regiment van Saksen-Gotha, 6 regimenten Zweden van 12 com pagnieën. De petitie stelde verder voor om de hoofdofficieren op oorlogstrakte ment te stellen en de regimentsstaven uit te breiden met adjudanten, kwartiermeesters, chirurgijns en provoosten (1). Summa grossa ter loopende maand ordinaris staat 796.238-19-10 extra-ordinaris staat 613.814- 2- 8 1.410.053- 2- 6 Van alle kanten kwamen op- en aanmerkingen, voornamelijk van Gel derland, Friesland en Groningen. De Staten van Gelderland verlangden verhooging van logiesgeldenbleven deze beneden de door hen uitgegeven bedragen, dan zouden zij bet verschil op de extra petities ,,off andersints" weten te verhalenzy kantten zich tegen de uitgetrokken 200 man voor de West-Indische Compagnie en stemden slechts voorwaardelijk toe in de uitgaven voor de vloot. De Staten van Friesland hadden gehoopt op ver- lichting ten gevolge van de afschryving van de in betaling van Engeland (1) Res. R. v. St. 19 Februari 1689, 25 Januari 1690.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 198