189
bliek voor richtige betaling; toen Spanje daarmede in gebreke bleef en
men de troepen onmogelijk kon missen, kwamen ze voorloopig ten laste
der generaliteitskas, thans, met de Walen, verdeeld op den extra staat
van oorlog. Mede kwam een betaling van Holstein-Gottorf op den extra
staat.
Ter bevordering van het voltallig houden der infanterie-compagnieën
Nederlanders en Zweden, stelde de Raad voor dat „acht koppen boven het
„getal vande effective manschap aan de capiteins tot een praemie voor 't
„compleet houden der compagnieën goedgedaan, en integendeel voor
„ieder man die te weinig op de monstering vertoond soude worden, niet
„alleen desselfs soldije maar daar en boven een van de acht supernume
raire gekort worden, omtrent op deselve wijse als ten opsigte van de
„Switzers met goed succes gepractiseerd word". Dienovereenkomstig wa
ren op den extra staat de 16 recruten der ordinaris compagnieën tot 24
verhoogd, de nieuwe compagnieën van 71 tot 79, de Zweedsche- van 84 op
92. Ten einde het „salutair oogmerk" van Zijne Majesteit en den Raad
van State in het toestaan van 8 man boven de gewone sterkte naar eisch
te kunnen toepassen, moesten de kolonels elke zes weken een sterkte
staat indienen, onderteekend door alle officieren met inbegrip van luite
nants (1).
In 1698 nam de Republiek 4000 Zwitsers in dienst; tot het einde des
jaars ontvingen zij betaling, naar de behoeften van het oogenblik, uit de
bij petitie aangevraagde gelden tot een gezamenlijk bedrag van 620.000
(2). Ze werden voor 1694 gebracht op een afzonderlijken staat, omdat
„deselve niet anders als ten comptoire generaal betaald connen worden,
„sonder een palpable disproportie tusschen de Provinciën int dragen vande
„lasten, en misschien't verloop van veel goede manschap te veroor-
„saecken De Zwitschersche kapiteins konden hunne compagnieën vol
gens capitulatie op 200 man houden, doch mochten volstaan met een sterk
te van 175 man, hetgeen een groote ongelijkheid kon veroorzaken in de
soldijen, welke hoofdelijk betaald moesten worden. Bij mindere sterkte dan
175 man trok men niet enkel de soldij voor het mindere getal af, doch me
de „na gelegentheid van 18 tot 27 payes van gratificatie, welcke ander-
„sints boven de effective mannschap in plaats van tractementen aan de
„officieren goedgedaan worden; dit veroorsaeckt een tweede, dog geen ge
ringer ongelijkheid als de eerste. Daer en boven moeten de soldyen vol-
„gens capitulatie gereed, en selfs in avance, en ('t geen noch meerder ver
scheeld met de manier van betaling der soldijen in de Provinciën gebruy-
„ckelyck) sonder enige de minste corting, 't sy vande hondersste meerder
„of minder penningen, en (dat nog 't beswaarlykst is) tot koste van 't
„land ter plaatsen daar de compagnien van tyt tot tyt leggen betaald wor-
„den't geen al wederom ter oorsaeke van 't groot verschil in de wissel
„tusschen de plaatsen daar de Switzers connen komen te leggen grote
(1) Res. R. v. St. 2, 9 Februari 1694.
(2) Res. S.G. 8 Mei, 4 Juli, 18 November 1693.