190
„ongelyckheid in de soldijen moet veroorsaekenen de Switzersche natie
„(gelijk bekend is) staat so stip op al 't gunt de betaling concerneert, dat
„de minste alternatie in eenige der vorenstaende pointen desordres onder
„de compagnien soude connen veroorsaeken, en redunderen tot merke-
„lijken ondienst van den Staat". Verder herinnerde de Raad de provin
ciën om spoed te maken met het consent eener nieuwe werving van 2400
Zwitsers „gemerkt den dienst die van so militair een natie als de Switsers
„te wagten is, en den afbreuck die daar door aen 's vyants wervingen in
„Switserland word toegebragt".
f ordinaris staat 827.291- 8- 0 j
umma J extraordinaris staat 836.808-15-103/4 V -£1.769.249-ll-73/4.
grossa j^aa£ voor (jje Zwitsers 105.149- 7- 9 J
Als gewoonlijk kwam de meeste tegenstand van Friesland. De provin
cie verklaarde zich tegen aanneming van het bataljon van Holstein-Got-
torf en van de korpsen te voren in Spaanschen dienstzij vond „sigh ver
plicht om tot. rencontreringe van beyde voorschreve posten af te wijsen
„en buyten betalinge te laten vijff compagnien van de Celsche en Wolffen-
„buthelsche Trouppen op de provincie gerepartieerd". Groningen bewil
ligde slechts in de overname dezer troepen onder beding, dat hare quote
bij negociatie gevonden zou worden (1).
Intusschen 't bleef in 1694 geenszins bij de drie staten van oorlog. Op
7 Juni 1694 volgde een nieuwe petitie ten bedrage van 278.503-11-1.
Welke de maandelijksche uitgaven tot 2.547.753-2-83/7 deed stijgen. Op
den bij behoorenden staat waren gerepartieerd
a. Het gedeelte der 15000 man, waarmede het leger volgens resolutie
van 23 October 1693 zou versterkt worden (2), hetwelk thans bleek te be
staan uit
cavalerie: 2 regimenten van Saksen, 1- van Keulen (Arco), 1- van
Saksen. Meiningen, 1- van Zweden (Barnekov), benevens 2 compagnieën
van Hessen-Kassei
dragonders1 regiment van Holstein-Ploen, 3 compagnieën van Hessen-
Kassei
infanterie: 9 compagnieën en 1 regiment van Hessen-Kassei, 1- van
Schlippenbach, 1- van Zweden (Hastfer).
De werving dezer troepen was nagenoeg voltooid, ongeacht het ont
breken der consenten van Friesland, de tegenwerking van Groningen en de
trage stortingen der andere provinciën. De Raad had al te gaarne veel eer
der de repartitie uitgemaakt, als de ongeregelde betalingen der aanritsgel-
den en de afstanden der loopplaatsen geen oponthoud hadden veroorzaakt,
wel wetende „met hoeveel beter succes de provinciën door de militie selfs
gemaand worden „als door den Raad van Staate".
b. De soldijen van 32 compagnieën Zwitsers.
c. De soldijen van 2 regimenten cavalerie en 2 regimenten infanterie
(1) Res. S.G. 15 April, Res. P. v. St. 19 April 1694.
(2) Vergelijk bladzijde 75.