191 van Hannover, waartegen Groot-Brittannië de betaling van 8 Hannover- sche regimenten op zich nam. d. De soldy van 1 regiment Wolfenbuttelsche dragonders, zijnde het aandeel van de Republiek in 2000 man, door de hertogen bij tractaat van 21 Mei aan Groot-Brittannië en de Republiek overgelaten. „Voor welker „besoldiging te meer gesorgt moet worden, omdat door het tractaat, „waarby deselve zijn overgelaten, den toeleg van veel qualyck meinende „gebrooken, en de grootste vrees verdweenen is voor meerder onrust in „den Neder Saxischen Creitz" (1). e. Het traktement voor hertog Ferdinand Willem van Wurtemberg, als generaal van het voetvolk: „een beer van so beproefde dapperheid als „illustre stam oorts het luitenant-generaalstrakteinent voor Frederik van Baer van Slangenburg ad 350 ter maand „in verwachting dat de „heeren Staaten vande Provinciën, gewoon aan de reden plaats te geven „en de dapperheid niet onbeloond te laten, dese en de vorige post gaarne „sullen aannemen". De Raad drong verder bij de provinciën aan, dat zij „die voorsieninge „doen dat de betaling der soldijen op de verschijndagen preciselijk in Con formiteit van denselven mag geschieden, opdat de militie door een regu- ,liere bétaling mag aangeprikkeld worden om sig tegens den vyand des te „beter te quijten, en den zegen te bevechten die wij over de wapenen van „den Staat van God almagtig bidden". De petitie eindigde met de klacht over „bet ongeluk vanden Staat, die sig in het stuk deser nieuwe werving „voor alsnog ontbloot vind vande assistentie van so notabel een Lith van „de Unie, en dat bij de gemeene sake so merkelijk is geinteresseert, als de „Provintie van Friesland, en versoekken dat U Ho. Mo. bij continuatie ge lieven te gebruijken alle meest sortable middelen waer door die Provincie „eindelijk magh bewogen worden om, dewijl se gemeene defensie geniet, „de lasten vande gemeene defensie in gelijkheid met haar bondgenooten „te draagen". De Staten van Friesland beantwoordden de petitie met: „Nademael „haer Ed. Mo. in de bewuste wervingen der vijftien duisent man geen ver- „der consent hebben gedraegen, als ter concurrentie van haere quote in de „ses duisent twee hondert Switsers, en voorschreve geworvene manschap „geheelijck op den staet zijn gebracht, contradiceren haer Ed. Mo. het „zelve wel expresse, en vinden sig verpligt tot rencontreringe van hare „quote daerinne vande repartitie deser provintie af te wijsen en buiten be- „talinge te laaten, gelyck geschiedt bij dese, de drie compagnien te peerde „van 't Regiment van Arco, als meede t'regiment te voet vande colonel „Schlippenbach (2). De Raad van State uitte zijn verlegendheid wegens het achterblijven van het consent van Friesland in de nieuw geworven 15000 man en deed het voorstel „om de swarigheden daer uyt spruytende (1) Slaande op de kans eener aansluiting van de hertogen bij de door Lodewijk XIV beproefde samenstelling eener derde partij. (2) Res. Friesl. 19 April 1695.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1950 | | pagina 205